Kunstmatige intelligentie is niet nieuw en staat niet op zichzelf. Dit jaar mag het programma ChatGPT dan zorgen voor een grote doorbraak, eind 2015 kwam het programma AlphaGO van Google-dochter Deepmind.
Dat vormde toen al een aanleiding om de mogelijke gevolgen van kunstmatige intelligentie nader te bestuderen. Dat hing samen met andere technische veranderingen. Dat had niet alleen te maken met doorbraak van mobiel internet dankzij de iPhone. Naast apps voor consumenten kwamen er ook steeds grotere veranderingen aan de producentenkant.
Tien jaar geleden probeerde ik een niet nader te noemen asset manager te overtuigen om naast het bestaande ‘consumer trends’ fonds ook een ‘producer trends’ fonds te introduceren, maar helaas zonder resultaat. Uiteindelijk werd er gekozen voor robotica, ook omdat het FT in mei en juni 2016 elke week wat over robotica zou gaan schrijven. Het verhaal moet wel gevoed worden.
Kunstmatige intelligentie is een technologie die alleen kan bestaan bij de gratie van andere technologieën. Vooral veel data om van te leren is van belang en de mogelijkheid om Big Data op te slaan in de cloud was een forse verbetering. Verder wordt er steeds meer data gegenereerd, onder ander dankzij de opkomst van het internet-of-things. Die data kan dankzij api’s ook veel sneller dan voorheen met elkaar worden verbonden, waardoor vergaande integratie van systemen mogelijk was. Voeg daarbij nieuwe mogelijkheden op het gebied van simulatie (testen), toegevoegde realiteit en additief produceren, allemaal met de nieuwe mobiele 5G-standaard.
Cambrische explosie
De interactie tussen kunstmatige intelligentie, robotica en de andere nieuwe technologieën wordt wel eens vergeleken met de Cambrische explosie. We weten niet zo veel over deze periode, anders dat er in relatief korte tijd veel nieuwe soorten bij kwamen. Dieren kregen ogen en oren die interactie mogelijk maakte, maar ook het begrip jager en prooi. Een snelle evolutie werd steeds belangrijker. Kunstmatige intelligentie werd toen ook wel gezien als onderdeel van de vierde industriële revolutie. Waar de tweede industriële revolutie ging over de automatisering van menselijke spierkracht, ging deze ontwikkeling over de automatisering van menselijke denkkracht.
Vooral repeterend, saai en geestdodend werk zal in nabije toekomst geautomatiseerd kunnen worden. Vooral voor het producerende bedrijfsleven is daardoor in korte tijd een grote omwenteling mogelijk. Meer dan honderd jaar geleden werkt 30 procent van de beroepsbevolking in de agrarische sector, nu is dat minder dan 2 procent terwijl er veel meer wordt geproduceerd. Nu werkt wereldwijd 30 procent van de beroepsbevolking in fabrieken en dankzij kunstmatige intelligentie kan dat percentage ook naar 2.
Generatieve kunstmatige intelligentie (ChatGPT, Github, CoPilot, Stable Diffusion) zit vooral aan de dienstenkant en dat is hier een veel groter deel van de economie. De robot kan nu ook teksten schrijven, muziek composeren en digitale kunst maken. Bovendien is kunstmatige intelligentie een onverzadigbare technologie. Er is geen afnemende meeropbrengst van nog meer data, meer is in dit geval altijd beter. Dan lijkt het gemakkelijk om de winnaars aan te wijzen, dat zijn dan de grootste cloud-bedrijven en de belangrijkste toeleverancier.
Op termijn zullen vrijwel alle bedrijven van kunstmatige intelligentie kunnen profiteren. Net als tijdens de dotcomhype is het niet eenvoudig om de winnaars te identificeren. Het bedrijf dat boeken verkocht via het internet werd een groot succes, maar het grotere bedrijf dat diervoeding verkocht via het internet niet. Ook zijn de winnaars niet altijd de bedrijven die als eerste een nieuwe technologie toepassen. Het zijn veel eerder bedrijven die zich succesvol aanpassen aan de nieuwe technologie. Verder is het bij zo’n grote verandering vaak eenvoudiger om de verliezers te identificeren.
Grote verandering
Dat het om een grote verandering gaat, wordt steeds duidelijker, groter dan het internet of de mobiele telefoon. Dat betekent dat de aandacht voor generatieve kunstmatige intelligentie ook in de bestuurskamer onderwerp van discussie is. Bedrijven kunnen het zich niet veroorloven om achter te blijven en in dat opzichte zorgt de hype voor een versnelling van de adaptatie van het gebruik van kunstmatige intelligentie.
Kunstmatige intelligentie is een technologie die nog het meest past in Azië. In het Japanse Shintoïsme hebben ook dingen een ziel en er is een culturele obsessie voor robots. Bovendien wordt de krapte op de Japanse arbeidsmarkt niet opgelost met buitenlandse werknemers, Japanners prefereren dan liever het gebruik van robots.
China is minstens net zo ver als de Amerikanen op het gebied van kunstmatige intelligentie, dankzij de vele data die zonder privacy-issues kan worden verzameld. Verder is er geen land ter wereld dat zoveel investeert in de robotisering van bestaande fabrieken. Ook op het gebied van autonoom rijdende elektrische auto’s willen de Chinezen liefst wereldmarktleider worden.
Toch lijkt de grootste productiviteitssprong (besparing op personeel) vooral in de westerse wereld mogelijk te zijn. Naast het saaie en geestdodende werk is het gebruik van een robot namelijk ook een kwestie van prijs. Op het moment dat de lonen sterk stijgen, zullen ondernemers zoeken naar kapitaalintensievere oplossingen zoeken via automatisering en robots. Die besparing van personeel blijft niet beperkt tot mensen die saai en geestdodend werk doen. Zelfs hoogopgeleide kenniswerkers zijn ongeveer 20 procent van de tijd bezig om informatie te verzamelen. En het meest populaire beroep onder mannen wereldwijd is dat van chauffeur en zelfrijdend (kunstmatig intelligent) vervoer komt steeds dichterbij.
Kunstmatige intelligentie
Bij elkaar gaat het om honderden miljoenen, zo niet miljarden mensen die de gevolgen ondervinden van kunstmatige intelligentie. De geschiedenis leert dat landen die een nieuwe technologie snel omarmen, ook veel nieuwe banen creëren. Volgens McKinsey kan uiteindelijk liefst 60 tot 70 procent van het huidige werk verdwijnen door deze technologie. Volgens een onderzoek van Goldman Sachs raakt kunstmatige intelligentie twee derde van alle werkenden. Dat is ongeveer even veel als de mensen die nu actief zijn in beroepen die in 1940 nog niet eens bestonden. Iedereen kan zich waarschijnlijk beter voorstellen wat er zal verdwijnen dan wat er voor terugkomt.
Dit betekent dat kunstmatige intelligentie ook een groot deel van de portefeuille kan raken. Het betekent ook dat de hype in aandelen op het gebied van kunstmatige intelligentie niet voorbij is. De markt is zich nu aan het verbreden ten opzichte van de Magnificent Seven die in de eerste vijf maanden de kar trokken. Veel aandelen die profiteren van kunstmatige intelligentie zijn helemaal niet zo hoog gewaardeerd. Bovendien zijn er op de piek van een zeepbel meestal bijzonder veel IPO’s en ook wat dat betreft moet de race nog beginnen.
Han Dieperink is chief investment strategist bij Auréus Vermogensbeheer. Hij was eerder in zijn loopbaan chief investment officer van Rabobank en Schretlen & Co. Zijn bijdragen verschijnen op dinsdag op Investment Officer.