Willem Schramade
Column
Opinie

Wie durft te investeren in mensenrechten?

Willem Schramade

Interessante tijden, dat is wat Chinezen hun vijanden toewensen. Nou die hebben we. Klimaatverandering en biodiversiteit bedreigen onze leefbaarheid. Maar je kunt inmiddels wel fondsen kopen die daarop inspelen. Voor mensenrechten ligt dat anders.

Dat onderwerp ligt dusdanig gevoelig dat het voor veel internationale vermogensbeheerders een no go area lijkt. En natuurlijk worstelen bedrijven en overheden er ook mee. Denk aan de lastige situatie van Duitse autobedrijven in China, gezien de wrede onderdrukking van de Oeigoeren: waar moeten ze hun grenzen trekken? En dat is helaas geen uitzondering. Mensenrechtenschendingen blijven nog steeds veel voorkomen, ondanks initiatieven zoals de UN Guiding Principles on Business and Human Rights (UNGP). 
 
Uiteraard zijn mensenrechten in eerste instantie een zaak voor overheden, die veel meer juridische bescherming zouden moeten bieden. Maar het is niet exclusief een zaak voor hen. Bedrijven dragen een verantwoordelijkheid voor de activiteiten door hun keten heen – ook al doen ze liever of ze die niet meer hebben, zo gauw de activiteiten outsourced zijn en onzichtbaar lijken. Daar komen ze echter in steeds mindere mate mee weg - zie de rechtszaken tegen Shell. Transparantie zal sterk moeten verbeteren en idealiter kan de consument in de toekomst precies zien waar zijn aangeschafte producten vandaan komen en hoe (on)eerlijk ze gemaakt zijn. Sommige bedrijven willen het wel goed doen, maar lopen tegen de complexiteit van de keten aan.  

Rol voor investeerders

Er is ook een rol voor investeerders, die vooralsnog weinig druk uitoefenen qua mensenrechten. Die kunnen betere informatie en betere prestaties eisen. De huidige informatievoorziening schiet dramatisch tekort. Rapporten van ESG-providers vermelden vaak nog wel de aan het licht gekomen misstanden, maar het is het topje van de ijsberg en ze zeggen nauwelijks iets over de aard en omvang van de misstanden; over het compenseren van de slachtoffers; of over het voorkomen van misstanden in de toekomst. Dat maakt het identificeren en prioriteren van schendingen vrijwel onmogelijk voor investeerders. 
 
In ons artikel in de Journal of Sustainable Finance & Investment stellen Jaap Bartels en ik daarom voor om gespecialiseerde mensenrechtenfondsen op te richten en idealiter ook gespecialiseerde mensenrechten-dataproviders. Op die manier kunnen mensenrechtendata beter in kaart gebracht worden en breder beschikbaar komen; en kunnen bedrijven er beter op aangesproken worden, ook waar hun verantwoordelijkheid onduidelijk of indirect is.

Wie durft?

Het kan als volgt werken: een klein team beheert een portefeuille van zo’n 30-40 grote bedrijven met lange internationale waardeketens. Denk aan bedrijven als Unilever, Nike en BHP Billiton: niet de slechtste jongetjes van de klas, maar wel bedrijven met uitdagingen onder hun leveranciers in ontwikkelingslanden. De portefeuille zal zeer stabiel zijn; met weinig handel; zonder alpha oogmerk; en goed gespreid over sectoren en stijlen, waardoor gemiddeld marktconforme rendementen worden gegenereerd.

De arbeidsintensiteit zal echter hoog zijn, want met alle bedrijven wordt veel en intensief engaged op mensenrechten, met sequentieel speciale aandacht voor specifieke ketens in bepaalde landen – waarbij wordt ingezoomd op de meest controversiële delen. Ook wordt samengewerkt met NGO's die lokaal onderzoek doen en daarvoor vergoed worden. De kosten zullen dus hoger uitvallen dan voor een regulier actief fonds, zonder compensatie door extra financieel rendement – maar wel met extra sociaal rendement. Het is dus een impactbelegging en alleen geschikt voor beperkte delen van de markt. De andere moeilijkheid is dat het nieuw is en opstartkosten zal hebben. Maar het impactpotentieel is enorm. Wie durft?

Willem Schramade is oprichter en eigenaar van Sustainable Finance Factory. Hij is auteur van het boek 'Duurzaam kapitalisme' en verbonden als onderzoeker aan de Erasmus University.