Afgezien van mijn vader die banketbakker was, bestaat mijn hele voorgeslacht uit boeren. Misschien verklaart dat mijn sympathie voor de boeren, al zijn economische overwegingen voor mij belangrijker.
Onze agrarische sector is heel productief, we zijn één van de grootste exporteurs van voedsel. Daarover is veel te doen. Onlangs kwam ik een tweet tegen waarin iemand zich afvroeg waarom we als klein land zo’n grote voedselproducent en -exporteur willen zijn. De twitteraar wilde dit in ieder geval niet en vond dat we ermee moeten stoppen. Weg met de boeren. Onbegrijpelijk!
Waarom we graag een grote agrarische producent en exporteur willen zijn? Het lijkt mij nogal evident. Daar zijn we kennelijk uitzonderlijk goed in! Het is een belangrijk deel van ons verdienmodel. Het is cruciaal voor onze levensstandaard om economische activiteiten te hebben die veel waarde creëren. Ook mensen die helemaal niets met de agrarische sector hebben, profiteren ervan, al realiseren die zich dat kennelijk helemaal niet.
Kappers
Laat ik dat illustreren met een voorbeeld over kappers. De kappers in ons land en hun collega’s, in zeg Peru, Tanzania of Myanmar doen in wezen allemaal hetzelfde: ze knippen het haar van hun klanten, al wordt er bij ons waarschijnlijk meer poespas omheen gebouwd. Toch hebben onze kappers een hogere levensstandaard dan die in de genoemde landen.
Dat komt niet doordat ze beter of sneller knippen, maar doordat we in de rest van de economie zoveel meer waarde creëren dan die andere landen. Wij kunnen kappers meer betalen. Dat moet ook wel want anders wil hier niemand dat vak uitoefenen en we willen toch geknipt worden. Het lijdt echter geen twijfel: de hoge levensstandaard van onze kappers vergeleken met die elders in de wereld is te danken aan het hogere verdienvermogen van onze economie als geheel, onder andere dankzij onze agrarische sector.
Ik kan het ook op een andere manier illustreren. Hoe hoog denkt u dat onze levensstandaard zou zijn als de werkgelegenheid in ons land louter zou bestaan uit kappers en, bijvoorbeeld, ambtenaren?
Natuurlijk kun je stellen dat we de agrarische sector niet echt nodig hebben als verdienmodel omdat we nog andere verdienmodellen hebben. Dat is waar, maar ik merk op dat we op die andere verdienmodellen evenmin erg zuinig zijn.
Ook andere verdienmodellen in verdomhoekje
Voor de financiële crisis van 2008-2009 hadden we een grote bankensector die internationaal meetelde. Dat leverde een hoop hoogwaardige, goed betaalde werkgelegenheid op. Maar dat wilden we niet meer en wat ooit de parel van onze bancaire sector was, is nu klein, in meerderheid in staatshanden en overnamedoelwit van een Franse bank. Heel veel banen zijn er verdwenen. De asset management industrie hadden we eerder al, geheel vrijwillig, sterk ingekrompen door het beheer van onze fenomenale Nederlandse pensioenpot geleidelijk steeds meer aan buitenlanders over te laten. Zelfs onze asset managers zijn in buitenlandse handen gevallen.
ABN Amro Asset Management is door BNP Paribas inmiddels stevig ingekrompen, Robeco is Japans en NN IP onderdeel van Goldman Sachs. Ook zien we reuzen als Unilever en Shell vertrekken. “Opgeruimd staat netjes” hoor ik sommigen denken, terwijl ik denk “daar gaan weer een hoop goed betaalde banen”. Wie kan er voor een was- en knipbeurt straks nog 50 euro betalen? Hoe moet dat in hemelsnaam met onze kappers? Het vertrek van DSM is het laatste dieptepunt in deze trieste opsomming. Natuurlijk komen er ook nieuwe verdienmodellen. Maar vergeet niet dat Adyen slechts ruim 2000 personeelsleden heeft en ASML zo’n 32.000, die dan ook nog eens over meer dan 60 locaties door de wereld verspreid zitten.
Het valt niet altijd mee alle macro-economische samenhangen te zien. Maar het staat als een paal boven water: de levensstandaard van iedereen hangt af van het totale verdienvermogen van een land. Door afgunst en de neiging om iedereen af te schieten die zijn hoofd boven het maaiveld uitsteekt, beperken we dat verdienmodel echter bij voortduring. Ik zeg: lang leve de agrarische sector, geef boeren de ruimte. Doe het voor de kappers en de ambtenaren.
Han de Jong is voormalig hoofdeconoom van ABN Amro. Hij schrijft wekelijks voor Investment Officer over economie en markten. Meer informatie over zijn visie kunt u lezen op Crystal Clear Economics.