De asset management industrie ligt onder een vergrootglas nu onderzoek uitwijst dat hun meest duurzame fondsen alsnog in vervuilende bedrijven beleggen. De waarschuwing voor gezichtsverlies klinkt, maar ook de aantekening dat de onvolledigheid in de huidige duurzaamheidsregelgeving het ook wel écht lastig maakt.
De helft van de Europese beleggingsfondsen die zichzelf hebben ingeschaald in de meest duurzame categorie, belegt in vervuilende bedrijven. Dat concludeerde deze week een collectief van negen journalistieke media uit onder meer Nederland, België en Luxemburg op basis van onderzoek onder 838 fondsen en 130.000 aandelen en obligaties.
Voor Nederland specifiek is het beeld volgens het deelnemende onderzoeksplatform Investico niet heel anders. ‘Ook hier bevat bijna de helft van de ‘donkergroene’ beleggingsfondsen fossiele en luchtvaartinvesteringen.’ Veel voorkomende fossiele bedrijven in duurzame portefeuilles zijn onder andere Franse oliegigant TotalEnergies, Duitse kolenbedrijf RWE en luchtvaartmaatschappijen als easyJet en Lufthansa.
Verouderde data
Hoewel Dufas in een reactie op het onderzoek van Follow the Money, Investico en internationale collega’s stelt dat het kwalitatief goed is uitgevoerd, wijst de branchevereniging voor asset managers er wel op dat gebruik is gemaakt van data tot en met 30 juni 2022. ‘Relatief veel partijen hebben na die datum de fondsen al bijgesteld naar een andere SFDR-classificatie omdat er meer verduidelijking is gekomen in de regelgeving’, aldus policy advisor sustainability Ivan aan den Toorn. Dat gebeurde op instigatie van de AFM.
Actiam gaat begin volgend jaar een deel van zijn duurzaamste fondsen herclassificeren naar een minder duurzaam label, zo berichtte de asset manager een dag na de publicatie van The Great Green Investment Investigation. Dit jaar deden onder meer Robeco, NN Investment Partners, Kempen, Invesco, Pimco en Neuberger Berman dat al. In het geval van Robeco en NN IP ging het om zeven fondsen per huis, bij Kempen om drie fondsen.
Robeco voerde destijds de aanvullende guidance op. In een reactie op vragen van Investment Officer zei het fondshuis in oktober dat het ‘tijdens het proces van verdere implementatie van SFDR nieuwe inzichten bleef verwerven, evenals duidelijkere richtsnoeren van instanties zoals de AFM, ESMA en de Europese Commissie over duurzame beleggingen’. ‘Als gevolg daarvan hebben wij besloten onze interne definitie van wat een duurzame belegging is, te verfijnen’, aldus de woordvoerder.
Dufas verwacht niet dat het onderzoek van FTM en consorten extra neerwaartse herwaarderingen van classificaties veroorzaakt. Een meer waarschijnlijke aanleiding is volgens Aan den Toorn de recente aanvullende interpretatie vanuit de Europese Commissie dat 100 procent van de beleggingen duurzaam moeten zijn, zoals bevestigd is door AFM.
‘Het aanpassen van de prospectus is een intensief traject dat maanden kan duren en in januari moeten fondsen ook voldoen aan de level 2 vereisten met meer gedetailleerde annexes. Daarom worden de aanpassingen van artikel 9 naar 8 voornamelijk in het tweede helft van 2022 gedaan, zodat de prospectus maar één keer aangepast hoeft te worden.’
Onvolledige duurzaamheidsregelgeving
Feit is dat fondshuizen stoeien met onvolledige richtlijnen. Anders dan financiële producten ingedeeld onder artikel 6 (“grijs” in de sector genoemd) en artikel 8 (“lichtgroen”) onder duurzaamheidsregelgeving SFDR, hebben artikel 9 producten duurzaam beleggen als expliciete doelstelling (“donkergroen”).
Maar wát duurzaam beleggen dan precies is, was bij de inwerkingtreding van de wet nog niet bekend. Aanvullende uitspraken van toezichthouders in de periode daarna waren bovendien vaak onduidelijk, onvolledig of tegenstrijdig. En nog steeds liggen interpretatievragen rond duurzame beleggingen voor bij de Europese Commissie. Regels uit de SFDR worden daardoor verschillend geïnterpreteerd.
Dennis van der Putten van Actiam zei in een interview met FTM woensdag meer aanscherping van de regelgever te willen, meer duiding. ‘Mag ik in een oliebedrijf beleggen – ja of nee? En als dat bedrijf voor slechts twee procent in olie zit, mag het dat dan? Dit is nu een compleet open norm en daardoor komt de definitie van duurzaamheid waar we eigenlijk allemaal nog naar op zoek zijn niet dichterbij’, aldus het hoofd duurzaamheid.
Maureen Schlejen, chief commercial officer van Actiam, vult in een reactie tot Investment Officer aan: ‘Actiam zet zich van oudsher sterk in voor duurzaamheid en past daarbij de geldende wet- en regelgeving vanzelfsprekend toe. We zien ook dat er volop een maatschappelijk debat plaatsvindt over de betekenis van duurzaamheid en de definities die daarvoor gelden. Voor Actiam is het maatschappelijk debat aanleiding om opnieuw de dialoog aan te gaan. Daarvoor zullen we partners en andere betrokkenen uit de samenleving uitnodigen.’
Schlejen laat weten dat Actiam per 1 januari 2023 voor 14 beleggingsfondsen de SFDR classificatie heeft aangepast van 9 naar 8. ‘Dit past beter bij hoe op dit moment maatschappelijk wordt aangekeken tegen de verschillende categorieën.’
Fossiel: doen of niet?
Die aanpassing is ook in lijn met het advies van Dufas aan de leden om voorzichtig te zijn met de classificatie van artikel 9 fondsen, als op voorhand niet ‘enige mate van zekerheid bestaat’ dat de beleggingen in het fonds ook daadwerkelijk nu maar ook in de toekomst als duurzaam kan worden beschouwd.
Concreet stelt Aan den Toorn van de branchevereniging Dufas dat beleggingen in fossiele bedrijven voor veel asset managers als niet-duurzaam worden bestempeld. ‘Maar er zijn ook asset managers die beleggingen in fossiele bedrijven aanmerken als duurzaam.
Bijvoorbeeld als een fossiele bedrijf een positievere bijdrage aan de energietransitie leveren dan haar concurrenten – “best in class”- , of als er met de belegging gecombineerd met engagement beoogd wordt het fossiele bedrijf te helpen verduurzamen, of als die fossiele bedrijven een geloofwaardig transitieplan naar net zero hebben. Met name dit laatste is volgens de letter van SFDR, tot op heden, niet uitgesloten.’
De blikken zijn gericht op de toezichthouder. De Belgische toezichthouder FSMA waarschuwde woensdag in De Tijd dat het in 2024 ‘zeer hard’ zal optreden tegen banken en vermogensbeheerders die aan greenwashing doen. ‘We mogen het vertrouwen van de burgers in duurzaamheid niet verliezen. Het is van fundamenteel belang om greenwashing ook in de financiële sector te bestrijden’, aldus voorzitter Jean-Paul Servais.
De AFM lijkt vooralsnog coulanter. ‘We hebben er dus ook wel begrip voor dat fondsbeheerders nog niet altijd alles goed doen’, zei coördinator sustainable finance Raoul Köhler tegen Investico. De AFM gaf woensdagmiddag in reactie op enkele vragen van Investment Officer navolgende antwoorden in dit artikel. Daarbij stelde de toezichthouder klip en klaar: SFDR is geen labelling-regime, maar wetgeving gericht op transparantie.