Vorige maand sprak Juncker in zijn State of the Union over de rol van de euro als internationale reservemunt. Hij zei in de speech dat de euro de tweede wereldmunt in een kleine 20 jaar is geworden en dat dat een hele prestatie is.
In een recent onderzoek van Het Financieele Dagblad onder 1.945 lezers, bleek dat 53% het met Juncker eens was en 47% niet. Het lezerspubliek vond de dollarafhankelijkheid onwenselijk, maar de lezers zijn ook van mening dat de eurolanden te verdeeld zijn om de euro sterk te maken. Die nuance is logisch. Enerzijds zou het raar zijn als de euro niet de huidige status zou hebben bereikt. Met het gewicht van de onderliggende valuta’s en economieën zou dat ook zo moeten zijn. De Eurozone is de tweede economie na de Verenigde Staten (VS). Anderzijds is het wat hooghartig om de euro zo’n enorm succes te noemen.
EUR/USD sinds start euro
Bron: Thomson Reuters Datastream, oktober 2018
WEEFFOUTEN BIJ OPRICHTING EUROZONE
Bij de oprichting van de Eurozone zijn teveel weeffoutjes gemaakt. De euro zou een munt worden op Duitse leest geschoeid. Om dat te borgen zijn de Maastricht-criteria vastgesteld: een maximum 3% begrotingstekort bij economische tegenwind en een maximale overheidsschuld van 60% van de economie. Indien dat niet het geval was, moet deze schuldenratio naar dit niveau tenderen. Deze criteria klinken nu als een zoete droom uit het verleden. Dat veel Zuid-Europese landen niet aan deze voorwaarden konden voldoen, wisten we toen eigenlijk al. Maar toen zelfs landen als Duitsland en Frankrijk de begrotingsregels lieten varen, was het hek van de dam. Als de dominerende landen al uit de pas lopen, kunnen andere landen moeilijk de les worden gelezen.
Duits tekort versus 3% Maastricht-norm
Bron: Thomson Reuters Datastream, oktober 2018
Bovendien hadden opstellers van de Maastricht-criteria verzuimd harde straffen te zetten op het niet-naleven van deze regels. Dat was toen politiek niet haalbaar. Zonder deze weeffouten hadden we geen Griekland-crisis gehad en hadden we ons nu geen zorgen hoeven maken over het Italiaanse overheidsbudget.
RESULTATEN UIT HET VERLEDEN…
20 jaar is nog veel te vroeg om te kunnen beoordelen of de euro een succes is of niet. In het verleden is menig munteenheid gesneuveld. De Latijnse muntunie liep van 1865 tot 1914, 49 jaar oud. De Scandinavische muntunie liep van 1872 tot 1914, 42 jaar. Beide muntunies waren in essentie een gouden standaard en stopten bij het uitbreken van de eerste wereldoorlog. Resultaten uit het verleden bieden -zeker op basis van een 20-jaars historie – dan ook geen garantie voor de toekomst.
Een tweede statement van de heer Juncker was dat de euro een actief instrument moet worden van de Europese soevereiniteit. Dat lijkt geen verstandige ontwikkeling. Laten we eerst werken aan de stabiliteit van de munt, dan komt de populariteit vanzelf. Wel is er potentie genoeg. Om een voorbeeld te geven: het bedrag wat jaarlijks in euro’s wordt gefactureerd is 1,2 maal het aandeel van de eurolanden in de wereldwijde vraag. Ter vergelijking: voor de VS is die factor 4,7.
DOLLAR VERLIEST ZIJN GLANS
De VS doen intussen hun best om de status van de dollar als wereldreservemunt te ondergraven. De eerste slag kwam natuurlijk in 1971, toen de gouden standaard kwam te vervallen. Destijds hebben de VS met Saoedi-Arabië de deal gesloten dat alle olietransacties voortaan in US dollars plaatsvinden. De vraaguitval als gevolg van beleggers en centrale banken, die dollars aanhielden vanwege deze gouden standaard, werd zo gecompenseerd door extra vraag vanuit de oliesector. Dat voorkwam dat de Amerikaanse dollar in een vrije val zou komen.
De afgelopen jaren is er meer en meer reden om aan de toekomst van de dollar als reservemunt te twijfelen. Als eerste misbruiken de VS hun status om bedrijven juridisch aan te pakken. Zo moest het Nederlandse SBM Offshore eens een boete betalen, omdat ze in US dollars had afgerekend. Zowel de overtreding als de betrokken bedrijven hadden echter niets met de VS te maken. Ook om de sancties tegen Iran kracht bij te zetten, zouden alle internationale SWIFT-betalingen onderhavig zijn aan de Amerikaanse sancties. Veel bedrijven zijn hiervan afhankelijk en trekken hun activiteiten terug uit Iran. De Europese Unie probeert een alternatief betalingssysteem op te bouwen om te voorkomen dat bedrijven sancties opgelegd krijgen als ze handelen met landen als Iran. Wellicht komt dit alternatief te laat. Wel is duidelijk dat dit Amerikaans machtsmisbruik ervoor zal zorgen dat landen en bedrijven op zoek zijn naar een alternatief voor de dollar.
Ook de financiële betrouwbaarheid van de VS loopt hard achteruit. Het Congressional Budget Office (CBO) berekende dat het Amerikaanse begrotingsoverheidstekort in het fiscale jaar 2017/2018, dat liep tot en met september, richting de USD 1.000 miljard gaat. Daarmee komt de totale schuld op ruim USD 21.000 miljard. En dat in tijden van goede economische groei. Als het economisch goed gaat, is het juist relatief makkelijk om de tekorten terug te dringen. Er komen immers veel meer belastinginkomsten binnen. Zoals nu het geval is in Nederland en Duitsland (er is sprake van een overschot). Je moet dan ook het dak repareren als de zon schijnt. In de VS lijkt het omgekeerde aan de hand: het dak wordt gesloopt, omdat de zon schijnt, toch?!
CBO-voorspellingen overheidstekort VS (% GDP)
Bron: Thomson Reuters Datastream, oktober 2018
De algehele visie is dat er een recessie op stapel staat. Nu zijn de VS reeds 8,1% van de totale belastinginkomsten kwijt aan rentelasten, die de overheid moet dragen (ter vergelijking: Italië is 8,3% hieraan kwijt). Het CBO denkt dat dit percentage gaat oplopen naar 21% in 2048. Er is een factor die de US dollar een permanente steun in de rug geeft en dat is de enorme toename aan leningen in opkomende markten. Die worden met name in US dollars uitgegeven en die leningen moeten op enig moment worden afgelost. Dat zal nog de nodige problemen geven, omdat dit geld (US dollars) niet beschikbaar is. Dat betekent een duidelijke toekomstige vraag naar US dollars. Aan de andere kant neemt de vraag ook af. Vroeger stopten Japan en China hun overtollige US dollars in Amerikaanse treasuries, maar de afgelopen tijd houden deze landen steeds minder Amerikaanse staatsobligaties aan.
Logisch: de kredietwaardigheid van de Amerikaanse overheid staat erg onder druk. Het is dan ook niet de vraag of, maar eerder wanneer de VS haar AAA-status verliest. Ook het sentiment speelt mee: waarom zou je beleggen in de overheidsschulden van een land waar de regering je zo vijandig bejegent?
JUNCKER’S DROOM
Als je blijft sleutelen aan de fundamenten van een munt, komt er op een gegeven een keerpunt in het vertrouwen. De waarde van geld is feitelijk niets anders dan een papiertje waarvan de waarde wordt bepaald door heel veel vertrouwen. En als het vertrouwen is vervlogen, blijft alleen de papieren waarde over. De vraag is waar beleggers en bedrijven dan heen moeten met hun vermogen. De euro is nog lang geen serieus alternatief en andere munteenheden zijn veelal te klein.
Wat denkt u: komt Junckers’ droom nog een keer uit?