Media richt aandacht op het energiebeleid nadat Berlijn toegeeft het CO2-doel te gaan missen, maar het eigenlijke nieuws dateert al van 2007.
Een van de belangrijkste redenen waarom Duitsland zijn doelstelling om de broeikasgasemissies te verminderen waarschijnlijk zal missen, is het aanhoudende belang van steenkool voor de elektriciteitsopwekking. In 2017 was steenkool goed voor 40% van de elektriciteitsproductie en 25% van de totale uitstoot van broeikasgassen, waardoor kolengestookte elektriciteitsproductie de grootste bron van CO2-vervuiling in het land was.
De Kolencommissie kreeg de opdracht van Berlijn om het tijdschema vast te stellen voor de geleidelijke afschaffing van kolen in de Duitse vermogensmix om de emissiedoelstellingen voor de langere termijn te kunnen halen en Duitsland in staat te stellen zijn rol te spelen bij het bereiken van de doelstellingen van de Overeenkomst van Parijs om het broeikaseffect op de temperatuurstijging te beperken tot 1.5°C.
Voor beleggers gaat het klimaatrisico over marginale veranderingspercentages
De kernaanbevelingen van de commissie zijn dat 25% van de resterende steenkoolgestookte productiecapaciteit (13 GW van de 43 GW) in 2022 van het net wordt gehaald, met nog eens 13 GW tegen 2030 en de resterende 17 GW tegen 2038.
Er is echter een bredere les die beleggers kunnen trekken uit de Duitse energietransitie naar een CO2-vrije toekomst. De les is eenvoudig, maar krachtig: voor beleidsmakers gaat het klimaatrisico over veranderingspercentages van het systeem, voor beleggers gaat het klimaatrisico over marginale veranderingspercentages.
Het momentum van verandering versnellen
Het wereldwijde antwoord op de klimaatverandering leidt tot een groter gebruik van hernieuwbare energiebronnen. Dit resulteert in een cyclus waarbij de kosten van hernieuwbare energie omlaag gaan, waardoor de concurrentiepositie ten opzichte van fossiele brandstoffen verbetert. Beleidsmakers moeten er alles aan doen om het momentum van deze cyclus te versnellen. De inspanningen van Duitsland om al zijn kolencentrales tot 2038 geleidelijk te sluiten, zijn een goed voorbeeld van aanvullende maatregelen.