Net als in de Verenigde Staten is de arbeidsmarkt krap in de eurozone. De aard van de spanningen is echter heel anders. Terwijl op het hoogtepunt van de pandemie in de VS bijna 25 miljoen banen werden vernietigd, werd door het bestaan van maatregelen tot behoud van de werkgelegenheid (en de invoering van uitzonderlijke maatregelen) in de meeste Europese landen (werktijdverkorting in Frankrijk, Kurzarbeit in Duitsland, ERTE in Spanje, tijdelijke werkloosheid in België enz) vermeden dat er evenveel jobs als in de VS verloren gingen (grafiek 1). Aan deze kant van de Atlantische Oceaan ging de periode van sanering niet gepaard met een significante verplaatsing van arbeidskrachten, wat de looninflatie aanwakkerde. Toch kregen bedrijven al snel te maken met een tekort aan arbeidskrachten. Deze aanwervingsmoeilijkheden waren aanvankelijk sectorspecifiek, maar hebben zich geleidelijk uitgebreid naar de economie als geheel. De redenen hiervoor zijn onduidelijk: de verspreiding van telewerken, de door werknemers gewenste arbeidstijdverkorting, de wanverhouding tussen het personeelsbestand en de werkgelegenheidsbehoeften van bedrijven, enz. Wat de redenen ook zijn, het is duidelijk dat ondanks meer dan een jaar van stagnerende activiteit, bedrijven blijven aanwerven!