Door Malgorzata Kluba, Senior Biotechnology Analyst
De oncologie is er de afgelopen decennia met rasse schreden op vooruit gegaan. Kanker is een taaie en complexe vijand – er zijn in feite meer dan 200 types van deze ziekte en ze veranderen voortdurend in antwoord op de behandelingen die ertegen worden ingezet. Tegenwoordig bestaat er een breed scala van verschillende soorten kankerbehandelingen, waaronder chemotherapie, bestraling, doelgerichte therapie, immunotherapie, beenmergstamceltransplantatie, hormoontherapie en chirurgie. Enkele van de meest interessante ontwikkelingen zien we in de precisie-oncologie.
Sommige van de oudste behandelingen, zoals chemotherapie, worden vandaag nog steeds gebruikt, maar ze hebben grote bijwerkingen. Dat komt omdat zij geen onderscheid maken tussen gezonde en kankercellen in ons lichaam – en dus beide doden.
Dankzij beter inzicht in de kankerbiologie, dat we hebben verworven na vele tientallen jaren grondig onderzoek, hebben we doelgerichte behandelingen op punt kunnen zetten. In dit oncologiesegment gebeuren op dit moment bijzonder interessante zaken. Dat geldt ook voor de bedrijven die werken rond deze nieuwe kankerbehandelingen. Deze doelgerichte therapieën maken gebruik van de precieze informatie over kanker om alleen de kankercellen aan te vallen en daarbij de gezonde cellen te sparen, waardoor het slaagpercentage stijgt en de bijwerkingen afnemen.
In de loop der jaren werden er verschillende soorten gerichte behandelingen ontwikkeld, waarvan de meeste de activiteit van eiwitten die kanker helpen gedijen willen afblokken. Het menselijk lichaam ontwikkelt ongeveer 20.000 eiwitten, en ongeveer 600[1] daarvan zijn functioneel belangrijk voor verschillende soorten kanker. Aangezien kanker zonder deze eiwitten niet kan functioneren, is het blokkeren of volledig verwijderen van deze eiwitten een goede strategie om de ziekte te bestrijden.
Geavanceerde antilichaamtherapieën: het immuunsysteem aansturen om kankercellen aan te vallen
Kankercellen kunnen selectief worden bestreden met antilichamen, waarbij gebruik wordt gemaakt van de subtiele verschillen tussen de zieke en de gezonde cellen. Er bestaan kankerbehandelingen waarbij antilichamen worden gebruikt die speciaal zijn ontworpen om zich alleen te binden aan de eiwitten op het oppervlak van kankercellen en niet aan andere cellen in ons lichaam. Net als bij gewone antilichamen wordt, zodra het doelwit is gevonden (een overeenkomstig kankereiwit), de activiteit ervan uitgeschakeld en krijgt het immuunsysteem het signaal om de indringer aan te vallen.
Antilichaamtherapieën zijn momenteel de snelst groeiende klasse van geneesmiddelen op de markt. Zelfs 35 jaar na de goedkeuring van de eerste behandeling met antilichamen wordt er nog steeds intensief onderzoek naar gedaan om ze efficiënter in te zetten en doeltreffender te gebruiken.
De belangrijkste ontwikkelingen op dit gebied in de afgelopen jaren hebben we gezien rond de zogenaamde bi-specifieke antilichamen en antilichaam-geneesmiddelconjugaten. De bi-specifieke antilichamen kunnen zich binden aan niet één maar twee verschillende soorten cellen, bijvoorbeeld een kankercel aan de ene kant, en de verdedigende T-cel die de kankercel kan vernietigen aan de andere kant.
Antilichaam-geneesmiddelconjugaten combineren de selectiviteit van een antilichaam en de hoge toxiciteit van een geneesmiddel waarmee ze worden versmolten. Op die manier wordt de behandeling toegediend aan kankercellen in plaats van aan gezonde cellen, wat de bijwerkingen vermindert.
Er bestaan honderden soorten verschillende kankers, en elk daarvan heeft vele verschillende soorten eiwitten op het oppervlak van hun cellen die erg snel kunnen muteren om de huidige therapieën te verschalken. Dat neemt niet weg dat we goede kansen hebben om deze strijd te winnen met meer dan 200 bi-specifieke antilichaambehandelingen in ontwikkeling. Recente voorbeelden zijn het bi-specifieke antilichaam van Genmab dat zich momenteel in een gevorderd stadium van klinische proeven voor lymfeklierkanker bevindt, het onlangs goedgekeurde bi-specifieke geneesmiddel van Johnson & Johnson dat gericht is tegen twee afzonderlijke oorzaken van longkanker of het antilichaam-geneesmiddelenconjugaat dat door Daiichi Sankyo in samenwerking met AstraZeneca is ontwikkeld en voor één van de soorten borstkanker is goedgekeurd.
Eiwitafbraak – de kankercellen van binnenuit kapotmaken
Ons lichaam maakt en elimineert voortdurend een enorm aantal eiwitten. De eiwitten waaruit ons lichaam is opgebouwd, blijven er niet eeuwig, ze worden consequent gerecycleerd zodra ze aan het einde van hun levensduur komen. Tijdens dit proces worden eiwitten eerst aangemerkt voor vernietiging met een marker die ubiquitine wordt genoemd, en vervolgens afgebroken binnen een soort afvalbakstructuur die proteasoom wordt genoemd. Dat noemen we eiwitafbraak.
Wetenschappers hebben een nieuw type behandeling gecreëerd die gebaseerd is op eiwitafbraak. Ze maakt gebruik van het ubiquitine-proteasoomproces van ons lichaam om de eiwitten te verwijderen die essentieel zijn voor een goede werking van kankercellen.
Verschillende soorten eiwitafbrekers worden momenteel in klinische studies onderzocht om te bekijken of zij kunnen worden ingezet voor de behandeling van borst- en prostaatkanker en lymfeklierkanker. Er zijn ook proeven in een vroeg stadium om mechanismen voor de afbraak van eiwitten te ontwikkelen voor melanoom, longkanker, colorectale kanker en pancreaskanker. Onlangs heeft deze nieuwe klasse geneesmiddelen enorme belangstelling opgewekt bij zowel grote farmaceutische bedrijven als kleinere spelers.
De voortrekkers op dit gebied zijn verscheidene kleine en betrekkelijk jonge bedrijven die zich uitsluitend op dit gebied toeleggen, zoals Arvinas, Nurix en C4 Theraputics. Ze ontwikkelen eiwitafbrekers voor vele verschillende soorten kanker. Sommige van deze kankersoorten werden vroeger als onbehandelbaar beschouwd, terwijl andere momenteel met verschillende therapieën worden aangepakt. Ze kampen echter met problemen zoals resistentie tegen behandelingen, mutaties binnen de kankercellen en ziekteprogressie. Eiwitafbrekers zouden mogelijk al die beperkingen kunnen oplossen: het doel is kankerbehandelingen te ontwikkelen die eiwitten kunnen afbreken die normaal buiten het bereik van andere geneesmiddelen liggen.
Wat brengt de toekomst?
Dankzij de voortdurend uitbreidende wetenschappelijke kennis over de werking van kankercellen zijn er veel potentiële nieuwe behandelingen die de huidige normen voor de zorg in de nabije toekomst zouden kunnen verbeteren. Het aantal opgestarte klinische proeven in de oncologie is de afgelopen tien jaar ruwweg verdubbeld en zal in 2020 een historisch hoogtepunt bereiken van 1.600 opgestarte studies. Dankzij de vooruitgang in de klinische proeven worden er jaarlijks tientallen unieke nieuwe behandelingsvormen goedgekeurd. Voorbeelden hiervan zijn heel doelgerichte enzymremmers, immunotherapieën op basis van antilichamen en celtherapieën, waarbij de eigen immuuncellen van de patiënt worden verzameld, in het laboratorium worden gemodificeerd en naar het lichaam van de patiënt worden teruggebracht om de kankercellen te bestrijden. Met de regelmaat van de klok verschijnen er nieuwe soorten behandelingen zoals eiwitafbrekers, die een aanvulling vormen op het arsenaal van al goedgekeurde behandelingen.
Ons team zet zijn erg gespecialiseerde expertise en grondige analyse in om een breed scala van ontwikkelingen op het gebied van oncologiegeneesmiddelen op de voet te volgen en richt zich op de bedrijven die zullen profiteren van de potentiële successen op dit gebied.
Candriam steunt het PrecISion Medecine Institute in oncologie (PRISM), een consortium dat bestaat uit het Gustave-Roussy-instituut, de ingenieursopleiding Central Supelec, de universiteit van Parijs Saclay en INSERM. Het richt zich vooral op moleculaire analyse om nauwkeurig het moleculaire mechanisme op te sporen dat de kanker doet groeien in elke patiënt die het risico loopt om eraan te overlijden. Dat noemen we kankermodellering en, indien het succesvol blijkt, kan het op lange termijn ongeveer 200.000 levens per jaar redden.