Het belangrijke IPCC-rapport onderstreept de omvang van de uitdaging die voor ons ligt...
Het belangrijke IPCC-rapport onderstreept de omvang van de uitdaging die voor ons ligt en geeft een impuls aan politieke actie en maatschappelijke druk. Maar agressiever optreden is nodig.
Het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) heeft verleden week zijn zesde evaluatieverslag (AR6) gepubliceerd. Het heeft wereldwijd de krantenkoppen gehaald en schetst een ontnuchterende context in aanloop naar COP26, waar wereldleiders zullen bijeenkomen om afspraken te maken over de volgende stap van de wereldwijde actie om de grootste uitdaging van ons tijdperk aan te pakken.
Als wereldwijde beleggers is de weg naar voren duidelijk. In het laatste IPCC-rapport wordt de omvang van de uitdaging die voor ons ligt onderstreept en wordt een impuls gegeven aan politieke actie en maatschappelijke druk, maar verandert de bestemming niet waarheen we op weg zijn.
Wat we uit het rapport hebben geleerd
Er staat weinig in het rapport dat volledig nieuw is. De groeiende wetenschap over klimaatverandering stelt de auteurs in staat om met meer zekerheid te verklaren dat het klimaat aan het veranderen is, dat de menselijke activiteit verantwoordelijk is en dat de gevolgen van die veranderingen dramatisch zullen zijn. Maar het evenwicht van de publieke en politieke opinie heeft deze punten al aanvaard.
Maar nog veelzeggender is dat, begraven in de tendensen van wetenschappelijke auteurs voor droge en nauwkeurige taal, de bijgewerkte analyse geen twijfel laat bestaan over de omvang van de toekomstige dreiging. Het IPCC heeft de gevolgen van niet-optreden duidelijk onderstreept. Meer fysieke schade is onvermijdelijk; in een van de scenario's die het schetst, zullen de temperaturen in de jaren 2030 stijgen met 1,5°C.
Als de emissies tegen 2050 worden verminderd, zullen de temperaturen later in de eeuw dalen, maar zijn initiële stijgingen - de resultaten van tijdverschillen tussen emissies en temperatuurstijgingen - onvermijdelijk. Zonder actie om de komende decennia de emissies te verminderen, zullen de temperaturen voor het einde van de 21ste eeuw tot 4°C stijgen.
Wat dit betekent
Hoewel het verschil tussen 1,5°C en 4,0°C misschien klein klinkt, zijn de gevolgen voor de mens dit niet. Een temperatuurstijging van 1,5°C leidt tot 2,4 keer meer frequente droogtes en tot 1,5 keer meer extreme neerslag. Bij 4°C verdubbelen deze risico’s ruwweg tot 5,1 en 2,8 keer hogere frequenties. Op dat moment zullen tal van delen van de wereld onbewoonbaar worden, wordt massale migratie onvermijdelijk en zullen de economische gevolgen ernstig zijn. Deze waarschuwingen bieden mogelijk de katalysator die overheden nog steeds nodig hebben om ambitieuze en ingrijpende actie te ondernemen om tegen het midden van de eeuw tot nulemissies te komen.
Wat er moet gebeuren
Om die doelstelling te bereiken, zullen de wereldwijde emissies in de loop van het volgende decennium worden gehalveerd, wat betekent dat ze jaarlijks met 6 tot 7% moeten worden teruggedrongen. De afgelopen 50 jaar zijn de koolstofemissies jaarlijks gemiddeld met 2% gestegen.
Hoewel het mogelijk is, is dat scenario bijzonder optimistisch tenzij er aanzienlijk agressievere stappen worden ondernomen. Ik kan misschien deelnemen aan de volgende Olympische Spelen, maar het gaat niet gebeuren, tenzij ik mijn prioriteiten en trainingsregime helemaal heroverweeg.
De COVID-crisis kan de springplank bieden die nodig is. 2020 is het enige jaar waarin de wereldwijde emissies zijn gedaald aan een tempo dat bijna in de buurt ligt van wat we zullen moeten aanhouden, namelijk 6% hoewel die daling op zijn minst deels tijdelijk lijkt te zijn geweest - de wereldwijde emissies waren tegen december 2020 gestegen tot 2% hoger dan het jaar ervoor.
Dit gezegd zijnde, zijn de politieke leiders zich blijven richten op de klimaatdreiging, waarbij ze stimulusplannen koppelen aan klimaatdoelstellingen en nationale decarbonisatiedoelstellingen definiëren om rond het midden van de eeuw tot een emissievrije wereld te komen.
Tot op heden hebben overheden die meer dan 70% van de wereldwijde emissies en de economische output vertegenwoordigen nationale netto nuldoelstellingen vastgesteld, en verbintenissen om geld uit te geven aan groene infrastructuren kunnen oplopen tot ongeveer $2 biljoen in de komende tien jaar, waarbij verwacht wordt dat het leeuwendeel van de financiering afkomstig is van private bronnen.
Ondanks deze ambitie ligt een groot deel van het harde werk dat moet worden geleverd om deze beloftes na te komen, nog op ons te wachten en zullen we in grote mate moeten vertrouwen op de technologische vooruitgang die moet worden geboekt voor die sectoren waarin het moeilijker is de uitstoot te verminderen: het IEA verwacht dat bijna de helft van de CO2-emissies die na 2030 zullen worden bespaard afkomstig zullen zijn van technologieën die nog steeds in ontwikkeling zijn.
Bedrijven moeten meer doen
Bedrijven zijn in actie beginnen schieten maar hebben nog een hele weg af te leggen. Bedrijven die goed zijn voor ongeveer 15% van de waarde van de wereldwijde aandelenmarkten hebben zich ertoe verbonden om de uitstoot snel genoeg te verminderen om de temperatuurstijging op lange termijn te beperken tot 1,5°C, op basis van onze analyse van bedrijven die doelstellingen hebben gedefinieerd via het Science Based Target-initiatief.
De investeringen in schone technologieën en nieuwe groeiproducten kennen een soortgelijke stijging, maar al te vaak blijven ze beperkt tot discrete productcategorieën in plaats van zich te richten op een grootschalig herontwerp van hun volledig productgamma.
Gelet op de omvang van de verandering die nodig is, is het twijfelachtig of de wereldeconomie de komende drie decennia tot een netto nultransitie zal komen. Maar de kernvraag is de timing, niet de noodzaak van een transitie. Minder ambitieuze doelstellingen om de temperatuurstijging op lange termijn te beperken tot ongeveer 2°C zullen ervoor zorgen dat het proces met nog enkele decennia wordt verlengd, maar veranderen de noodzaak niet om te komen tot netto nulemissies of de noodzaak om actie te ondernemen.
Eerder dit jaar hebben we ons geëngageerd om een Science Based Target te definiëren en de details ervan af te ronden. We zijn andere vermogensbeheerders ook bijgetreden om de politieke leiders aan te sporen om hun klimaatambities te verhogen. Maar nog belangrijker is dat we de koers bepalen die we zullen aanhouden om er te geraken en dat we zo goed mogelijk beslagen het ijs betreden om de risico’s onder controle te houden en om de mogelijkheden aan te grijpen met betrekking tot de beleggingen die we voor onze klanten beheren.