De uitkomst van COP26 kwam voor sommigen als een teleurstelling.
De uitkomst van COP26 kwam voor sommigen als een teleurstelling. Vanuit beleggingsoogpunt was COP26 niet baanbrekend, aldus Simon Webber, portfoliomanager bij Schroders en zijn collega Isabella Hervey-Bathurst, sectorspecialist.
Maar er waren ook positieve punten.
Ten eerste zijn er tijdens COP26 concrete, bemoedigende afspraken gemaakt. India heeft zich voor het eerst geëngageerd voor een netto nul-uitstoot, zij het in 2070. Steenkool en fossiele brandstoffen werden voor het eerst rechtstreeks genoemd in een COP-overeenkomst, waarbij landen overeenkwamen om subsidies voor steenkool en inefficiënte fossiele brandstoffen geleidelijk aan af te bouwen. Meer dan 100 landen ondertekenden de belofte van de VS en de EU om de methaanemissies tegen 2030 met 30% te verminderen ten opzichte van de niveaus van 2020. Meer dan 100 landen, samen goed voor meer dan 85% van de bossen in de wereld, hebben zich ertoe verbonden de ontbossing tegen 2030 een halt toe te roepen. Er zijn richtlijnen voor een wereldwijde koolstofmarkt goedgekeurd; een ontwikkeling die sinds COP21 in Parijs op zich heeft laten wachten. De regels zorgen voor standaardisering en duidelijkheid.
Er waren andere overeenkomsten die een goed voorteken zijn voor toekomstige vooruitgang. Landen zullen regelmatig moeten terugkomen om hun emissiereductiedoelstellingen en -strategieën bij te stellen. Dit houdt de druk op de ketel en maakt sneller verbeteringen mogelijk, wat hard nodig is. Als het serieus wordt genomen, zou het kunnen betekenen dat 2022 een herstel van het politieke momentum mogelijk maakt als China en andere landen de kans grijpen om hun verbintenissen aan te scherpen. De klimaatdoelstellingen zullen ook beter vergelijkbaar zijn en er zal meer toezicht op zijn.
Een ander belangrijk positief punt is dat de VS en China lijken te proberen samen te werken aan klimaatkwesties, ondanks andere geopolitieke spanningen.
En COP26 draaide niet alleen om regeringen: bij de particuliere sector zagen we de oprichting van de Glasgow Financial Alliance for Net Zero (GFANZ), voorgezeten door Mark Carney en Michael Bloomberg. Deze alliantie omvat 130 biljoen dollar aan activa die wordt aangewend voor het behalen van netto-nuldoelstellingen.
Redenen om negatief te zijn
Een grote teleurstelling is dat de tot dusver gedane toezeggingen ons nog steeds ver van de klimaatdoelstellingen houden. Volgens verschillende ramingen zal de temperatuur zelfs na de meest recente aankondigingen van de COP met 2,4 tot 2,7°C stijgen in plaats van "ruim onder" 2°C. De emissies zullen op korte termijn blijven stijgen en moeten dalen. Dit is van cruciaal belang omdat de onzekerheid over de effecten en de terugkoppelingsmechanismen rond klimaatverandering nog steeds zeer groot zijn bij die bandbreedte van temperatuurstijging.
Een andere teleurstelling was dat India en China hebben ingegrepen om de formulering over de geleidelijke afschaffing van steenkool en subsidies voor fossiele brandstoffen af te zwakken. In plaats daarvan wordt in de definitieve tekst gesproken over "het geleidelijk afbouwen van onverminderd gebruik van steenkool en het geleidelijk afschaffen van inefficiënte subsidies voor fossiele brandstoffen". Dit soort "constructieve dubbelzinnigheid" is vaak nodig om internationale overeenkomsten over de streep te trekken, maar gezien de omvang van de klimaatnoodsituatie waarmee we worden geconfronteerd, is het zeer teleurstellend dat de landen hier geen krachtiger standpunt konden innemen.
De rijke landen zijn er ook opnieuw niet in geslaagd hun belofte na te komen om jaarlijks 100 miljard dollar vrij te maken om armere landen te helpen hun emissies te beperken en zich aan te passen aan de klimaatverandering.
Wat de CO2-markt betreft, is er bezorgdheid dat de regels oude eenheden van slechte kwaliteit in het systeem lijken toe te laten, waardoor de doeltreffendheid ervan wordt verzwakt. Intussen is het vertrouwen dat sommige van de aangekondigde beloften zullen worden nagekomen (bv. ontbossing) niet groot.
Een ander groot punt van zorg is dat het Amerikaanse Congres nog steeds geen wetgeving heeft goedgekeurd om de klimaat- en energietransitie te stimuleren. Dit ondermijnt de doelstellingen en intentieverklaringen van de Amerikaanse overheid.
En aan de particuliere kant vertegenwoordigt GFANZ geen nieuwe poel van kapitaal die kan worden ingezet voor klimaatoplossingen. Het initiatief omarmt ook enkele banken die doorgaan met het financieren van nieuwe olie-exploratie- en productieprojecten.
Mogelijke gevolgen van COP26
De COP van Glasgow werd aangekondigd als een laatste kans om de opwarming van de aarde tot 1,5°C te beperken. Dat is nog steeds mogelijk, maar het gevaar bestaat dat men begint te denken dat 1,5°C niet meer aan de orde is. Dit zou op zich het momentum kunnen schaden. Zullen bedrijven zich inzetten voor de ingrijpende veranderingen die nodig zijn om op schema te blijven voor 1,5°C (met een emissiereductie van 45% tegen 2030) als de regeringen zich daar niet toe verbinden? Een aanverwant mogelijk gevolg is een groeiende ontevredenheid van de kiezers over het gebrek aan politiek leiderschap.
Het risico is ook dat landen die bijzonder kwetsbaar zijn voor de gevolgen van klimaatverandering, tot de conclusie komen dat zij er beter aan doen hun middelen in te zetten voor aanpassing, in plaats van voor mitigatie, als de grote economieën niet genoeg doen.
De uitvoering van het CO2-marktplan zal tijd kosten, maar Simon Webber en Isabelle Hervey-Bathurst zijn benieuwd hoe het wordt uitgevoerd en hoe krachtig de marktsignalen zijn. Het is belangrijk dat het niet alleen maar het gebruik van compensatie voor emissies legitimeert, want die moeten ook echt worden verminderd.
Over het geheel genomen denken Webber en Hervey-Bathurst dat COP26 de zaken enigszins heeft vooruitgeholpen, maar in geen geval een grote stap voorwaarts is. Het is dan ook onwaarschijnlijk dat de conferentie op korte termijn van betekenis zal blijken voor de financiële markten.
De welbekende verschuiving naar hernieuwbare energie en elektrische voertuigen zullen zich in een snel tempo doorzetten, maar COP26 heeft niets spectaculairs gebracht om de verschuiving in deze markten te versnellen, of om actie in de moeilijker te verminderen sectoren op gang te brengen.
In de komende maanden moet blijken of de VS haar klimaatwet kan aannemen. Als dat lukt, zou dat op korte termijn de grootste katalysator zijn voor beleggingen in klimaatverandering.