Europese beleggers zijn al meer dan een decennium de belangrijkste beleggers in ESG-fondsen. In de afgelopen drie jaar zijn vrijwel alle netto beleggingsstromen in de regio gegaan naar fondsen met een ESG-label. Deze activa bedragen nu meer dan 4 biljoen dollar, of meer dan een derde van het totaal aan belegde middelen. Dit komt deels doordat grote instellingen en kleinere beleggers in Scandinavië en landen als Frankrijk en Nederland meer dan andere regio’s zich hebben laten leiden door ESG-overwegingen bij hun beleggingsbeslissingen.
Een tweede grote aanjager is de regelgeving, die een cruciale drijvende kracht is geweest achter de ESG-beginselen en -praktijk. Europa is een supermacht op dit gebied. Eerdere inspanningen waren meer versnipperd en afhankelijk van nationale overheden. De laatste jaren is de Europese Unie (EU) invloedrijker geworden en maakt ze doelbewust gebruik van regelgeving om kapitaalstromen te heroriënteren en de overgang naar een koolstofneutrale, groene, concurrerende en sociaal inclusieve economie te versnellen.
De derde aanjager is de samenleving. Mensen eisen radicale verandering en omarmen de invoering van duurzamere economische praktijken en doelstellingen om catastrofale, blijvende schade aan de planeet en het klimaat als gevolg van menselijke activiteit te voorkomen. Toegegeven, dit geldt niet alleen in Europa, maar ook elders. Voor veel consumentenbedrijven is het niet langer geloofwaardig om een duurzaamheidsstrategie te hebben en zich niet uit te spreken over milieukwesties, rechtvaardige behandeling en macropolitieke kwesties.