De energietransitie biedt een geweldige kans om in vergeten aandelen in opkomende markten te beleggen.
Na een decennium van sterke outperformance in waardeaandelen uit opkomende markten (EM) van 2001 tot 2010 volgde een decennium van underperformance. In 2020 bereikte het verschil tussen waarde- en groeiaandelen in opkomende markten een niet eerder geziene extreme omvang, als gevolg van de diepe recessie die werd veroorzaakt door de wereldwijde coronavirus pandemie.
Wat veroorzaakte de outperformance van waardeaandelen tussen 2000 en 2010?
Volgens Ernest Yeung, Portfolio Manager, Emerging Markets Discovery Equity Strategy bij T. Rowe Price, speelden twee factoren een belangrijke rol in de outperformance van waardeaandelen tussen 2000 en 2010. Ten eerste was er de Chinese economische supercyclus, waarbij China in deze periode maar liefst 12 biljoen dollar uitgaf aan infrastructuur en industrialisatie. Dit kwam wereldwijd ten goede aan sectoren van de ‘oude economie’, zoals staal, cement, non-ferrometalen, industriële machines en energie. Ten tweede begon de wereldeconomie zich te herstellen na een aantal EM-schokken (de Latijns-Amerikaanse tequilacrisis van 1994, de Aziatische financiële crisis van 1997-1998 en de Russische crisis van 1998) waarbij een groot deel van de capex verloren ging en veel banken failliet gingen.
Dit is relevant voor beleggers want hoewel de geschiedenis zich niet herhaalt, rijmt zij wel vaak! Yeung meent dat de doelstelling voor netto nul CO2-uitstoot in 2050 (2060 voor China) veel traditionele of oude economiesectoren tijdens de lange overgangsperiode zal stimuleren. Om de doelstellingen voor te halen, zal de wereld tijdens de transitie zwaar moeten investeren in traditionele industriële sectoren.
China zal naar verwachting zo'n 10 à 15 biljoen dollar moeten uitgeven om tegen 2060 over te schakelen op een energie-efficiëntere economie met een netto nul CO2-uitstoot die niet afhankelijk is van fossiele brandstoffen. Dit bedrag verschilt in omvang niet veel van wat China in de periode 2000-2010 heeft uitgegeven aan infrastructuur en industrialisatie (12 biljoen dollar). De G10-groep van geïndustrialiseerde economieën zal wellicht ook een ruwweg vergelijkbaar bedrag moeten uitgeven aan hun eigen programma's voor de overgang naar groene energie om in 2050 CO2-neutraal te zijn.
Investeringen moeten stijgen om CO2-doelstellingen te halen
De energietransitie na COVID-19 vormt een externe fundamentele verandering. De wereld heeft op dit gebied zwaar ondergeïnvesteerd, en wereldwijd zullen landen hun kapitaaluitgaven snel moeten opvoeren om hun CO2-doelstellingen voor 2050 te halen. Cheung meent dat zodra de omschakeling naar groene energie aanvangt en versnelt, kapitaal zal terugvloeien van de nieuwe economie naar de oude economie.