Vanochtend toen ik mijn hond uitliet dwaalden mijn gedachten weer eens af naar het concept van duurzaam beleggen. Uiteindelijk kwam ik tot de conclusie dat dit niet de manier is om vooruitgang te boeken. Sterker nog: we zouden er juist mee moeten stoppen. Niet duurzaam beleggen maar impact beleggen is de enige echte financiële drijver van duurzame verandering. En ik heb een paar goede redenen om er zo over te denken.
De woorden 'duurzaam' en 'ESG' in fondsnamen staan niet noodzakelijkerwijs gelijk aan waardecreatie of probleemoplossing. Ze worden te pas en te onpas gebruikt waardoor ze hun betekenis grotendeels hebben verloren. Bij duurzaam beleggen en ESG beleggen wordt gekeken hoe bedrijven zich in het verleden hebben gedragen. Hoe meer ESG-gerelateerde informatie een bedrijf openbaar maakt, hoe hoger de score en de ranking ten opzichte van branchegenoten en hoe groter de kans dat het wordt geselecteerd om in te beleggen. Met andere woorden: een bedrijf met voldoende rapportagemogelijkheden kan relatief gemakkelijk alle vinkjes zetten. Bovendien zijn ESG-scores meestal niet afhankelijk van de activiteiten van een bedrijf, wat betekent dat een steenkoolmijnbedrijf in theorie de hoogst mogelijke ESG-score kan verdienen zolang het beleidsmatig zijn zaakjes maar op orde heeft. Omgekeerd zal een bedrijf in de duurzame energiesector dat actief bijdraagt aan de energietransitie maar zijn beleid minder goed op orde heeft, waarschijnlijk een lage ESG-score behalen.
Impact investing kijkt daarentegen naar de toekomst en poogt actief bij te dragen aan het versnellen van positieve verandering. Het grote verschil tussen de twee is intentionaliteit. Voor ons als impactbeleggers is het uitgangspunt altijd om te kijken naar het probleem dat we willen oplossen. We zien een probleem - bijvoorbeeld klimaatverandering, verlies van biodiversiteit of toenemende ongelijkheid - en passen een Theory of Change-model toe. We vragen ons af hoe een potentiële investering dit probleem zou kunnen helpen oplossen. We doen vervolgens een grondige analyse waarbij we een impact-, risico- en rendement-lens toepassen. We bekijken missie en purpose, leiderschap en cultuur, en natuurlijk bedrijfs- en verdienmodellen om te bepalen of ze passen bij onze algemene impactdoelstellingen. Bij duurzaam beleggen en ESG-beleggen wordt daarentegen vooral gekeken naar hoe goed portefeuillebedrijven hun (duurzaamheids)risico's beheren, waarbij vooral hun beleid en procedures worden beoordeeld. Maar het kwantificeren van risico’s is niet hetzelfde als het oplossen van problemen.
Ik begrijp de verwarring bij beleggers wel. Termen als duurzaam, ESG en impact zijn allemaal erg genuanceerd. En het groeiende aantal duurzaamheidslabels voor fondsen, elk met hun eigen tint groen, helpt ook niet. In de afgelopen jaren introduceerde de EU de Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR) met de bedoeling de transparantie en vergelijkbaarheid van duurzaamheidsinformatie van beleggingsproducten te verbeteren. Deze verordening omvatte een classificatiesysteem voor duurzame fondsen, waarbij artikel 6 als mainstream wordt beschouwd, artikel 8 als lichtgroen en artikel 9 als donkergroen. De verwachting is dat beleggen in duurzame of ESG-fondsen, wat gewoonlijk artikel 8-fondsen zijn, positieve effecten zal hebben. De verwachting, of eigenlijk de misvatting, is bovendien dat deze fondsen niet investeren in bepaalde schadelijke activiteiten zoals fossiele brandstoffen of wapens. In mijn gesprekken met beleggers merk ik dat ze zich steeds meer bewust worden van dit probleem en zich realiseren dat het niet altijd zo eenvoudig is als verwacht.
Voor beleggers die willen bijdragen aan waardecreatie is het van groot belang om zelf onderzoek te doen. Dit is niet altijd makkelijk omdat toegang tot informatie hiervoor een eerste vereiste is. Niet alle duurzame of ESG-fondsen bieden de mate van transparantie die nodig is om goed te kunnen vergelijken en weloverwogen beslissingen te kunnen nemen. Zelfs regelgeving zoals de SFDR helpt daar niet bij. Van impactbeleggers wordt daarentegen wel verlangd dat ze hun impact meten en duidelijk communiceren. Bij Triodos Investment Management kiezen we ervoor om volledig transparant te zijn over onze beleggingen en de impact die we genereren. Bijvoorbeeld op onze webpagina Impact on a global scale en via onze jaarlijkse impact reports.
Mijn conclusie is dat investeerders beter moeten gaan nadenken over hun eigen intenties en wat ze verwachten van de fondsen waarin ze investeren; dat ze zich moeten afvragen waar hun geld naartoe gaat. Willen ze bedrijven steunen die misschien geen kwaad doen, maar eigenlijk vooral hun risico's beheren, of willen ze bijdragen aan toekomstgerichte acties die het potentieel hebben om de grote mondiale uitdagingen van deze tijd op te lossen?
Iedereen die blijvende, transformatieve verandering voor toekomstige generaties wil stimuleren, moedig ik aan om zelf goed onderzoek te doen en zo beter te begrijpen wat er ‘onder de motorkap’ zit van 'duurzame' en 'ESG'-fondsen en daaruit zijn of haar eigen conclusies te trekken. Ik hoop dat die conclusie is om te stoppen met duurzaam beleggen en in plaats daarvan te gaan beleggen met als doel bij te dragen aan authentieke en blijvende transformatieve verandering waaraan de wereld behoefte heeft.