Dit artikel wordt u aangeboden door UBS Asset Management.

UBS AM: Europa gaat productie niet grootschalig terughalen

De coronacrisis betekent niet dat Europa productie gaat terughalen naar de eigen landen.

Dat zegt vastgoed & private markets strateeg Sean Rymell van UBS Asset Management in het rapport  ‘Logistics post-Covid – global distribution networks in a post-virus world.’ 

Rymell signaleert vier redenen die kunnen leiden tot deze vorm van deglobalisering: zelfvoorziening, digitalisering, e-commerce 2.0 en ESG. Maar, zegt hij, er kleven veel praktische bezwaren aan het op grote schaal terughalen van de productie. 

“Europa loopt achter wat betreft moderne distributiecentracapaciteit, en dat geldt zeker voor de e-commerce sector. Voor e-commerce is veel capaciteit dichtbij belangrijke consumentenhubs een noodzaak, maar veel overheden zijn terughoudend om vergunningen af te geven voor distributieactiviteiten omdat omwonenden daar meestal niet van gediend zijn.”

Bovendien duurt het niet lang meer voordat China de belangrijkste economie ter wereld is en gaat het land geleidelijk over op een meer door de consument gestuurd model, zegt Rymell. “Dit betekent wellicht een grotere behoefte aan de levering van goederen en als gevolg dat ook Aziatische bedrijven profijt hebben van een lokale productie. Los hiervan haal je ook niet een gecompliceerd logistiek proces van de ene op de andere dag terug uit China.”

Dit zijn de vier factoren die de Europese lokale productie wel zullen bevorderen:

1. Zelfvoorziening


Uit gegevens van de Earnings Call Analyzer - een tool van UBS die op basis van algoritmes kijkt naar het taalgebruik van CEO’s en analisten in hun bedrijfscommunicatie - blijkt dat de term nearshoring in relatie tot het diversifiëren van de toeleveringsketen sinds de crisis liefst 42% vaker werd gebruikt. En veruit de meest genoemde zinsnede was: ‘verstoring van de toeleveringsketen’. Dit brengt volgens Rymell ‘een interessante verschuiving binnen het concept van de wereldwijde toeleveringsketens’ naar voren. “Waar de nadruk pre-crisis lag op het zo laag mogelijk houden van de kosten, ligt die nu steeds sterker op het beheersen van risico’s.” 

2. Digitalisering


De groei van de digitale economie heeft een enorm effect op de Europese industrie. Veel eigenaren van distributiecentra zien in dat logistiek vastgoed zich aan die transitie moet aanpassen. Reden waarom distributiecentra steeds vaker voorzien zijn van de laatste snufjes op het gebied van slimme technologie. “Op de korte tot middellange termijn is het denkbaar dat dit het kostenvoordeel van een uitbestede productie nog verder uitholt”, aldus Rymell. “Bovendien heeft de gedigitaliseerde economie een grote vraag naar een heel ander type distributiecentrum gecreëerd: lokale datacenters.”

3. E-commerce 2.0


Hoewel velen stellen dat de pandemie voor de fysieke detailhandel het laatste duwtje richting het ravijn is geweest, is Rymell daar niet zo zeker van. “Je kunt wel degelijk vraagtekens zetten bij het permanente karakter van deze trend. In het tweede kwartaal van 2020 was er een nieuw record voor e-commerce op de Britse logistieke markt. Maar interessanter is dat slechts 22% van de locaties voor de korte termijn wordt verhuurd (12 maanden of minder). Bovendien had 70% van de 175.000 medewerkers die Amazon tijdens de pandemie inhuurde, een vast contract.”

4. Duurzaamheid


Steeds meer consumenten zetten vraagtekens bij geglobaliseerde toeleveringsketens en de grote milieuonvriendelijkheid die daarmee gepaard gaat, zeker als het gaat om bederf van verse producten en dus voedselverspilling. Rymell: “Om de toeleveringsketens te verkorten, heeft Europa meer koelvermogen nodig en zal bestaand logistiek vastgoed moeten worden aangepast. Tot slot kan het terughalen van de productie ook een goed instrument blijken om de hoge werkloosheid die is ontstaan door de crisis terug te dringen.”

Hier vindt u het volledige rapport ‘Logistics post-Covid – global distribution networks in a post-virus world’ van UBS Asset Management.