Renteverhogingen, een onzekere winter in Europa en een einde aan de economische vertraging in China zijn drie belangrijke aandachtspunten voor de rest van het jaar. Dat zegt Evan Brown, hoofstrateeg van UBS Asset management in zijn Macro Monthly: ‘Answering three key questions for the rest of 2022’.
Zal de Fed dit jaar nog van koers veranderen?
“Nee,” zegt Brown. “De inflatie in de dienstensector blijft relatief hoog en blijft tot het eind van het jaar nog ver boven het streefniveau. Kerngoederen en grondstoffen zorgen op korte termijn weliswaar voor enige verlichting van de nominale inflatie, maar renteverlagingen zitten er voorlopig echt niet in.”
Volgens Brown bleek uit de recente toespraak van Fed voorzitter Jerome Powell in Jackson Hole dat de mate van renteverhogingen kan worden vergeleken met een sprint, en het verlagen van de inflatie met een marathon. “De markten beginnen deze boodschap te aanvaarden, en er zijn nog meer redenen om aan te nemen dat de markten voorlopig geen renteverlagingen hoeven te verwachten. De mate van verruiming die de markten tussen december 2022 en maart 2024 verwachten, is ruwweg gehalveerd van 100 basispunten medio juli tot 50 nu.”
Brown vindt de doelstellingen van de Fed niet strijdig met elkaar - de werkloosheid is zeer laag en de inflatie is nog steeds zeer hoog. “Om centrale bankiers ervan te overtuigen dat een strak monetair beleid niet langer wenselijk is, moet er bewijs op tafel komen van zowel een aanzienlijke vertraging van de inflatie als een minder grote vraag naar arbeid.”
Deze verwachting kan volgens Brown op twee manieren onderuitgehaald worden. “Als de Amerikaanse arbeidsmarkt snel verslechtert (wat negatief zou zijn voor risicovolle beleggingen en positief voor staatsobligaties), of als de Fed een hogere tolerantie ontwikkelt voor een inflatie boven het streefcijfer. Beide uitkomsten zijn onwaarschijnlijk, met name de laatste; de Fed wil echt niet dat de inflatieverwachtingen de spuigaten uitlopen.”
Hoe winters wordt de Europese economie?
Met een reële consumptie en industriële productie die waarschijnlijk zullen teruglopen, noemt Brown de vooruitzichten voor de Europese economie ‘behoorlijk slecht’. Volgens Brown zijn de energie-uitdagingen die het continent in zijn greep houden bekend, maar blijven ze moeilijk te kwantificeren en daarmee niet adequaat in te prijzen.
“Het ergste economische doemscenario kan wellicht worden vermeden omdat Europa er tot dusver in slaagt alternatieve aardgasbronnen aan te boren en preventieve maatregelen te nemen om het energieverbruik te verminderen.” Volgens Brown is het dilemma voor beleggers in Europa op dit moment de wijde bandbreedte van de prognose. “Hoe negatief de winter voor Europa zal zijn, is gehuld in een dichte mist. Het is wachten op een waarderings- of beleidskatalysator om constructiever naar Europese beleggingen te kunnen kijken. Om erger te voorkomen, verwacht ik dat Europese regeringen met krachtige budgettaire steun zullen komen.”
Ondertussen ligt de Europese Centrale Bank (ECB) op schema met agressieve renteverhogingen, zegt Brown. “Deze verstrakking vergroot ook de budgettaire kwetsbaarheid van Europese landen met een grotere schuldenlast en zet hun financieringskosten meer onder druk dan die van veiliger landen als Duitsland. Dit verzwakt de euro en verergert de inflatiedruk.”
Is China in staat om zijn economie uit het slop te trekken?
“Ja”, zegt Brown. Maar deze stabilisatie is broos en kwetsbaar en straalt weinig af op de rest van de wereld. “Dat is zeker het geval zolang het nul-covid-beleid intact blijft. Daarnaast lijkt China terughoudend om het overkoepelende beleid dat nodig is om de ongelijke verhoudingen in de vastgoedmarkt te verminderen, rigoureus te wijzigen. De stimulans is in ieder geval minder sterk als tijdens de periode na de financiële crisis. Toen dicteerde het Chinese beleid de conjuncturele schommelingen van de economische bedrijvigheid in de hele wereld.”
Hier vindt u de volledige Macro Monthly van UBS Asset Management.