Fors stijgende energieprijzen hollen de koopkracht uit. In ons soort landen wordt steun verleend aan huishoudens met lage inkomens die een relatief groot deel van hun inkomen uitgeven aan eerste levensbehoeften. Je vraagt je af hoe dat moet in landen met veel meer mensen met lage inkomens.
Een gastekort in de winter kunnen we in Europa niet uitsluiten. De Europese gasprijs is al tien (!) keer zo hoog als voor de pandemie. Voor de Nederlandse consument zijn elektriciteits- en gasprijzen ongeveer twee keer zo hoog als voor de pandemie. Een Amerikaans gezin betaalt voor elektriciteit en gas ‘slechts’ ca 20 procent, respectievelijk 50% meer dan voor de pandemie.
Ik hoor en lees alom dat deze situatie aantoont dat de energietransitie veel te langzaam gaat. Daar begrijp ik werkelijk helemaal niets van. Het komt mij voor dat het de transitie-enthousiastelingen volledig aan realiteitszin ontbreekt.
We ervaren momenteel overduidelijk knelpunten. Je kunt concluderen dat we niet genoeg investeren in hernieuwbare energie. Volgens cijfers van het CBS voorzagen hernieuwbare energiebronnen in 2019 in 8,8 procent van het ‘bruto energetisch eindverbruik’ in ons land. Als je de omstreden biomassa niet meetelt, daalt het percentage naar 3,6 procent. Dat moet wel heel snel groeien om een significante daling van het fossiele verbruik mogelijk te maken. Waar moeten we de handjes en materialen vandaan halen om zoiets te bewerkstelligen? Gegeven die beperkingen leidt de huidige moeilijke situatie tot de conclusie dat we te snel afscheid willen nemen van fossiel.
Onze zelfvoorzieningsgraad is gedaald
Dat geldt vooral voor Europa. Terwijl landen als de VS en Rusland de laatste 20 jaar veel geld hebben gestoken in exploratie, hebben wij die juist tegengewerkt. Exploratie op het Nederlandse deel van de Noordzee kan rekenen op een ontmoedigende dosis bureaucratie terwijl activisten de publieke opinie hebben weten te overtuigen dat we geen geld meer moeten steken in fossiel. Dat maakt oliemaatschappijen kopschuw en banken en institutionele beleggers trekken zich met veel tromgeroffel terug uit de fossiele sector.
Zo is de zelfvoorzieningsgraad ten aanzien van olie en gas in de VS de laatste 20 jaar heel fors toegenomen, die bij ons is juist gedaald. Wij werden willens en wetens steeds afhankelijker van Rusland. Nu huilen we krokodillentranen. Ook willen we geen ‘fracking’, maar zijn nu dolblij met Amerikaans LNG dat door middel van fracking is gewonnen. Mensenrechtenschendingen in Qatar willen we kennelijk ook wel even door de vingers zien en we smeken de Saoedies bijna om meer olie te pompen.
Energieprijzen hebben grote invloed op de voedselprijzen. Die stijgen nu ook. Opnieuw zijn mensen met lage inkomens de dupe en moeten we er rekening mee houden dat hoge voedselprijzen in veel armere landen tot honger en instabiliteit kunnen leiden.
Nog lang fossiel nodig
Als oliebedrijven niet investeren in hun productiecapaciteit, raakt de wereld elk jaar zo’n 5% van die capaciteit kwijt door uitputting van bestaande velden. Een productieverlies van die omvang kan de wereld zich geenszins veroorloven, dus je moet wel investeren. Met stijgende verbazing heb ik pensioenfondsen, banken en anderen zich zien terugtrekken uit beleggingen en kredietverlening aan ‘fossiele bedrijven’.
Allemaal hartstikke politiek-correct uiteraard. Waar ik de kans had, heb ik betoogd dat de wereld nog lang fossiele brandstoffen nodig heeft, dat niet investeren in fossiel betekent dat de prijzen verder zullen stijgen en dat mensen met de laagste inkomens daar het zwaarst door getroffen worden. Ik geloof niet dat ik tot dusver iemand van de ‘weg uit fossiel ploeg’ heb weten te overtuigen.
Helaas moet ik constateren dat mijn redenering nog veel sneller en pijnlijker juist blijkt dan ik had verwacht. De vraag is of bank- en pensioenfondsbestuurders, andere beleggers en beleidsmakers, geconfronteerd met de keiharde werkelijkheid, de wrange gevolgen van hun ‘weg uit fossiel beleid’ inzien. Je mag toch aannemen dat ze zich het trieste lot van zoveel arme mensen waarvoor hun beleid medeverantwoordelijk is, zullen aantrekken.
Han de Jong is voormalig hoofdeconoom van ABN Amro. Hij schrijft wekelijks voor Investment Officer over economie en markten. Meer informatie over zijn visie kunt u lezen op Crystal Clear Economics.