Triodos Investment Management (Triodos IM) steunt de Europese eis dat duurzame fondsen vanaf 1 januari 2023 moeten aangeven welk deel van hun portefeuille groen is volgens de EU-taxonomie. Beleggers moeten echter beseffen dat dit groene kader nog niet compleet is en ook niet-duurzame activiteiten omvat, zegt Hadewych Kuiper, directeur van Triodos IM. "Dit betekent dat de duurzaamheidsscore van een fonds vanaf januari volgend jaar mogelijk nog niet volledig representatief is voor het daadwerkelijke duurzame karakter van het fonds."
De eis maakt deel uit van de Europese Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR). Die moet ervoor zorgen dat meer kapitaal naar duurzame beleggingen vloeit en dat beleggers de duurzaamheid van bijvoorbeeld een beleggingsfonds adequaat kunnen beoordelen. Duurzame fondsen met het 'SFDR artikel 8 of 9-label' (artikel 9-fondsen hebben een duidelijke duurzame doelstelling en artikel 8-fondsen houden rekening met ESG-criteria) staan voor een enorme uitdaging, aldus Kuiper.
Duurzame fondsen moeten aantonen in welke mate de bedrijfsactiviteiten waarin ze investeren in overeenstemming zijn met het kader van groene activiteiten in de taxonomie. "Dit is een goede zaak omdat het belangrijk is greenwashing te voorkomen en transparantie te bieden aan duurzame beleggers. Maar helaas verloopt de uitvoering van de EU-taxonomie met horten en stoten, wat tot contraproductieve effecten kan leiden."
Kuiper geeft enkele voorbeelden: bedrijfsgegevens zijn nog onvoldoende beschikbaar, wat kan leiden tot vertekende duurzaamheidsscores, sommige milieuactiviteiten zijn nog niet definitief, en een sociale taxonomie moet nog worden ontwikkeld. "We betwijfelen daarom of het hoofddoel – meer kapitaal dat naar duurzame activiteiten vloeit – in eerste instantie zal worden bereikt. We zijn echter geen voorstander van uitstel van deze maatregel. Integendeel, we nemen liever deze belangrijke volgende stap om onze economie duurzamer te maken en de klimaatverandering te beperken. Maar het betekent wel dat duurzame fondsen iets hebben uit te leggen aan hun beleggers."
Een groot struikelblok: de EU-taxonomie is nog niet voltooid
Hadewych Kuiper
De EU-taxonomie bepaalt welke economische activiteiten, gespecificeerd per sector, duurzaam zijn. De Europese wetgever onderscheidt zes milieudoelstellingen, die elk betrekking hebben op tientallen activiteiten. De eerste twee zijn beperking van en aanpassing aan de klimaatverandering. De andere milieudoelstellingen omvatten onder meer de overgang naar een circulaire economie en de preventie en bestrijding van verontreiniging.
"Op dit moment hebben alleen de eerste twee doelen een volledige activiteitenclassificatie", zegt Nikkie Pelzer, impactmanager bij Triodos IM. Dit kan tot een aanzienlijke vertekening leiden wanneer wordt gekeken naar het percentage van een portefeuille dat volgens de taxonomie duurzaam is. Zo zal een duurzaam fonds met een beperkte blootstelling aan hernieuwbare energie, maar een aanzienlijke blootstelling aan andere milieudoelstellingen van de taxonomie waarvoor nog geen classificatie bestaat, momenteel onverwacht laag scoren in de perceptie van de beleggers."
In de portefeuilles van Triodos is duurzame landbouw bijvoorbeeld sterk vertegenwoordigd, zegt Kuiper. "Hier spelen onderwerpen als biodiversiteit en preventie van vervuiling een grote rol. We hopen dat we deze kwesties volgend jaar kunnen opnemen, maar dat hangt af van de tijdschema's voor de voltooiing van de taxonomie."
Ondertussen kunnen fondsen die in gas of kernenergie investeren, zelfs hoger scoren dan echt duurzame fondsen, omdat deze activiteiten vanaf juni dit jaar binnen het Europese duurzame kader vallen. Pelzer: "Triodos IM was hier fel tegen gekant. Wij zijn voorstander van een meer wetenschappelijk onderbouwde taxonomie. Om verschillende redenen passen gas en kernenergie niet in de duurzame economie waar we naartoe moeten."
Uitvoering van de regels is een belangrijke uitdaging
Nikkie Pelzer
De taxonomie beschrijft of een activiteit bijdraagt tot een van de zes doelstellingen. Bovendien mag een activiteit die een van de doelstellingen ondersteunt, geen van de andere vijf doelstellingen schaden. Ten slotte moet een minimale veiligheidscontrole op de procedures worden uitgevoerd om te voldoen aan de OESO-richtsnoeren voor multinationale ondernemingen en de leidende beginselen van de VN inzake bedrijfsleven en mensenrechten.
De rapportageverplichtingen voor duurzame fondsen zijn aanzienlijk, vervolgt Pelzer. "Dit is ook een uitdaging voor ons, hoewel we duurzaamheid al in elke stap van het beleggingsproces hebben geïntegreerd. Voor elke activiteit gelden echter andere verplichtingen en vooral voor kleine organisaties zijn die niet altijd haalbaar of zinvol. Bij Triodos IM werkt een aanzienlijk team bijna fulltime aan de uitvoering."
“De uitvoering van de EU-taxonomie verloopt met horten en stoten, wat tot contraproductieve effecten kan leiden.”Hadewych Kuiper, Managing Director
Een ander probleem is dat de hele operatie afhankelijk is van degelijke bedrijfsgegevens. Grote ondernemingen zullen deze gegevens pas vanaf volgend jaar gaan rapporteren, terwijl kleine en middelgrote ondernemingen voorlopig buiten de verplichting vallen. Dat geldt ook voor bedrijven buiten Europa, wat een uitdaging vormt voor beleggingen in ontwikkelingslanden en opkomende economieën. Naast de omvang en de termijnen van de rapportage is er een gegevensprobleem met staatsobligaties. Veel uitgevende landen bieden nog te weinig concrete informatie, zodat beleggers de obligaties niet kunnen vergelijken met de duurzame activiteiten in de taxonomie. Een portefeuille met alleen groene obligaties kan dus nog steeds een lage duurzaamheidsscore krijgen.
Geen gelijk speelveld met reguliere fondsen
Een bijkomend probleem is dat grijze, conventionele fondsen (die in het SFDonder 'niet-duurzame artikel 6-fondsen' vallen) de extra rapportage-inspanningen, bijvoorbeeld voor de taxonomie, niet hoeven te leveren. Pelzer: "Hun rapportage-inspanning is aanzienlijk minder. Dit verklaart waarom je nu zelfs duurzame fondsen ziet kiezen voor artikel 6, wat leidt tot greenwashing. Dat is de omgekeerde wereld."
De rapportageverplichtingen gaan gepaard met hogere kosten voor duurzame fondsen. Kuiper: "Alleen al de auditkosten zullen naar verwachting tot zes keer hoger uitvallen omdat je moet aantonen dat je duurzaam bent volgens SFDR artikel 8 en 9 en voldoet aan de eisen van de taxonomie. Dit leidt tot een onevenredig hoge kostendruk voor duurzame fondsen. Niet-duurzame fondsen hebben een kostenvoordeel. Is dat niet het tegenovergestelde van waar deze wetgeving voor bedoeld was?"
In dit licht bepleit Kuiper om ten minste de ondergrens van de wetgeving – transparant zijn over de brede, negatieve impact van een portefeuille op mens en planeet – ook voor alle reguliere fondsen verplicht te stellen. En, als we volledig transparant willen zijn, moet er ook een bruine taxonomie komen waarover alle deelnemers aan de financiële markt moeten rapporteren. "Het lijkt mij dat alle beleggers moeten weten of hun beleggingen ernstige schade toebrengen aan mens en milieu."