In het eerste jaar van de afgelopen Covid-pandemie stuurde het kabinet volledig op cijfers uit de gezondheidszorg. Het RIVM verzamelde, het OMT interpreteerde, en het kabinet bouwde daar zijn maatregelen op. Het waren cijfers over ziekenhuiscapaciteiten en tekorten aan IC-bedden. Het hele beleid was er op gericht om die cijfers beheersbaar te houden. Andere cijfers die mogelijk betekenisvol zouden kunnen zijn waren er niet.
Er waren geen cijfers over de mentale gezondheid van scholieren, of over mensen die maatschappelijk afhaakten. Dat scholen dicht moesten, bleek achteraf niet zo’n goed idee. De schade daarvan werkt nog door tot op de dag van vandaag. Maar ja, geen cijfers, en geen mensen in het OMT die met kennis van zaken iets konden inbrengen over de stand van zaken in het onderwijs.
Het is een fenomeen dat veel breder is verspreid dan bij een pandemie die we nog nooit eerder hadden meegemaakt. Besluitvorming komt tot stand op basis van cijfers die gangbaar en beschikbaar zijn. Daarmee krijgt het beleid soms een eenzijdigheid die helemaal niet is bedoeld, maar toch nauwelijks opvalt. Soms leven we daar al jaren mee. Cijfers zijn schaars, en de Nederlandse overheid is niet erg goed in het op orde brengen van de noodzakelijke datakennis. Dat mocht ik van dichtbij meemaken tijdens de fiscale commissies die ik heb voorgezeten over multinationals en brievenbusfirma’s. Als commissie konden wij door heel gericht te vragen, cijfers boven tafel krijgen die heel relevant bleken voor het inzicht in de fiscale praktijk. Die praktijk lag ver af van wat heden ten dage maatschappelijk als gewenst wordt gezien. En er zijn andere voorbeelden te over. Denk aan het gebrekkige cijfermateriaal over de ecologische ontwikkeling van de natuur in Nederland. Dankzij het ontbreken van die cijfers hebben we heel lang de veeteelt de hand boven het hoofd kunnen houden. Denk ook aan het gebrekkige inzicht in de langetermijn-effecten van hedendaagse trends.
Juiste grootheden kiezen
Maar het geldt niet alleen voor de overheid. In mijn perceptie wordt het overleg tussen de sociale partners vooral gevoerd op een heel beperkte cijferset. Voor de vakbonden zijn vooral de loonontwikkeling en de baanzekerheid van belang. Maar voor jongere werkenden zijn dat helemaal niet de grootheden waar zij hun werkzame leven op af willen stemmen. Zeker, ze willen genoeg inkomen om te kunnen wonen en leven, maar in hun werk willen ze zinvol bezig kunnen zijn, zichzelf kunnen ontwikkelen en zich niet vroegtijdig letterlijk kapot werken. Als de vakbonden ooit willen verjongen, en dat is gelet op de huidige vergrijzing vreselijk hard nodig, begint het met een bezinning op de juiste grootheden waarop de focus gelet moet worden. Ook veel werkgevers plaatsen zichzelf buiten de maatschappelijke werkelijkheid van vandaag, in hun eenzijdige en korte-termijn focus op Return On Equity.
Dit thema is veel breder dan ik in eerste instantie dacht. Dat blijkt uit bovenstaande voorbeelden, en iedereen kan zelf waarschijnlijk ook nog wel een situatie bedenken waarbij het handelen in beleid of management te eenzijdig is door een te eenzijdige focus op bepaalde cijfers. Eigenlijk kwam ik op dit thema omdat ik een stukje wilde schrijven over de brede welvaart. Dat is een begrip waar veel over gesproken wordt en dat maar moeilijk handen en voeten krijgt. Als het over welvaart gaat, denken we beleidsmatig al heel gauw in termen van BBP en koopkracht. En dat is niet omdat economen dat voorschrijven, zoals vaak wordt gedacht. Sterker nog, bij bijvoorbeeld het CPB druipt de afkeer er van af als zij weer de laatste koopkrachtplaatjes moeten produceren. Maar in het maatschappelijk verkeer zijn het gemakkelijk te hanteren grootheden, en we zijn er aan gewend geraakt.
Inmiddels botst deze focus enorm met de werkelijkheid zoals we die om ons heen beleven. Waarbij schone lucht, een groene omgeving, veiligheid, ontwikkelkansen en een prettige sociale context zeker zo belangrijk zijn als de toename van ons inkomen met een aantal euro per jaar. Maar daar hebben we de goede cijfers niet meteen bij, en als we de cijfers allemaal verzameld zouden hebben, zijn het er zoveel dat we eerder ruzie gaan maken over welke cijfers wel of niet, dan over welk beleid nu het beste past bij al die cijfers. Toch is het een belangrijk pad dat we in moeten slaan. Meer relevante cijfers verzamelen over hoe de samenleving echt functioneert, en of en hoe mensen zich daar prettig bij voelen. En dan geen gemiddelde cijfers, maar juist ook de verschillen tussen verschillende groepen mensen. En met cijfers in de hand het gesprek aangaan over hoe we de welvaart van alle Nederlanders echt kunnen versterken, in de brede zin van het woord, de brede welvaart dus.
Bernard ter Haar heeft als topambtenaar gewerkt op de ministeries van Financiën en SZW. Op dit moment is hij werkzaam bij ABDTopconsult van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Ter Haar schrijft maandelijks voor Investment Officer over de relatie tussen overheid en markt.