De effecten van klimaatverandering treft sommige mensen, beroepsgroepen en landen relatief hard. Dat verdient aandacht van klimaatbeleggers. De negatieve en positieve impact van klimaatbeleid zou rechtvaardig moeten worden gedeeld. “Zo’n ‘Just Transition’ is bovendien van groot belang voor het welslagen van de energietransitie: we hebben een breed draagvlak nodig”, stelt Sindhu Janakiram, ESG-analist en Equality Lead van vermogensbeheerder BNP Paribas Asset Management.
De overgang naar een klimaatneutrale, net zero economie is inmiddels in volle gang. Overheden, bedrijven, investeerders, maar ook consumenten nemen steeds meer actie om te zorgen dat de opwarming van de aarde niet boven de 1,5 graad komt. Janakiram: “We moeten aandacht hebben voor de sociale gevolgen van klimaatverandering, in aanvulling op de manier waarop we die gaan aanpakken. De overgang naar een koolstofarme economie moet een Just Transition zijn.”
De term Just Transition bestaat sinds circa 1980, toen Amerikaanse vakbonden werknemers wilden beschermen tegen de gevolgen van nieuwe regelgeving voor water- en luchtvervuiling. Abrupte veranderingen kunnen een hoge prijs hebben voor werknemers, specifieke sectoren en landen. Janakiram: “Zo’n overgang moet daarom eerlijk en inclusief zijn, waarbij de lasten eerlijk worden gedeeld. Dat geldt natuurlijk ook voor de opbrengst. We bewegen naar een net zero economie om iedereen te helpen, niet alleen de vermogenden.”
Een beleggingsbeleid dat daarop inspeelt, biedt beleggers ook kansen, omdat maatschappij en overheden in toenemende mate een positieve sociale impact op de agenda zetten. Bedrijven die daarop inzetten, zouden daarvan kunnen profiteren, net als de investeerders in die bedrijven.
Positieve en negatieve effecten van klimaataanpak
Janakiram vervolgt: "We moeten rekening houden met de werknemers in de sector van fossiele brandstoffen, van olie & gas tot mijnbouw, net als met de gemeenschappen waar zij deel van uitmaken." Daarbij gaat het om meer dan alleen werknemers. Een voorbeeld in Nederland is dat huishoudens van het gas af moeten, en moeten overstappen naar elektriciteit. Hoe help je mensen die de overstap niet zelf kunnen financieren?
Daarbij biedt die energietransitie natuurlijk ook mogelijkheden, onder meer voor mensen die in de groeiende, duurzame tak van de economie een baan vinden. Of consumenten die dankzij zonnepanelen hun energielasten verlagen.
Het negeren van sociale negatieve gevolgen is niet alleen onrechtvaardig, maar het ondergraaft ook maatschappelijk draagvlak voor aanpak van de klimaatverandering. Janakiram: “Waarom zou je die goodwill verspelen? Er is veel angst en onzekerheid rond de energietransitie. Wat doet dit met mijn baan? Kan ik de kosten dragen? Hoe kan ik van de energietransitie profiteren? We moeten zorgen dat niemand achterblijft in de energietransitie. Investeerders kunnen een rol spelen, maar ook de publieke sector zal moeten aanpakken.”
De rol van investeerders
Hoe BNP Paribas AM haar rol als investeerder oppakt? “Dat doen we onder meer door proxy voting, door met de bedrijven in onze portefeuilles in gesprek te gaan en daarbij aandacht vragen voor werknemers, consumenten en gemeenschappen”, aldus Janakiram.
Belangrijke beleggingsthema’s rond de Just Transition zijn onder meer educatie, gezondheidszorg en het tegengaan van ongelijkheid in bedrijven en samenleving. Janakiram: “Gelijke kansen zijn bijvoorbeeld een belangrijk ingrediënt van het vertrouwen dat we in instellingen hebben. De ongelijkheid in inkomen en vermogen is een risico voor de stabiliteit van een samenleving, economie, en uiteindelijk ook voor financiële markten.”
Sociale impact is inmiddels een integraal onderdeel van het beleggingsproces bij BNP Paribas AM. Bedrijven moeten plannen hebben en daarover transparant zijn. Janakiram stelt wel dat er een beter raamwerk nodig is om sociale impact te kunnen meten. “Daarbij kan sociaal soms haaks staan op duurzaam in de groene betekenis. Fossiele energiebedrijven die overstappen naar duurzame energie helpen de transitie, maar wat gebeurt er met het personeel? En de klanten?” Daarbij is wel oppassen dat negatieve sociale impact niet wordt gebruikt als argument tegen klimaatactie. Het mag geen excuus zijn om helemaal niets te doen aan klimaatverandering, stelt Janakiram.
Sociaal rendement
Biedt sociale impact beleggers rendement? Janakiram: “Jazeker, je draagt bij aan de verbetering van het welzijn in een land, met gelijke kansen voor iedereen. Dat heeft een opbrengst. Diezelfde rendementsvraag stelden beleggers 20 jaar geleden ook met de opkomst van groen beleggen. Een duurzaam project werd gezien als ‘nice to have’. Nu weten we dat het ook daadwerkelijk rendement oplevert.”
Sociale impact is wel lastiger te meten, erkent de ESG-expert. “We hebben meer data nodig, en die komen ook beschikbaar. Eerste resultaten van onderzoeken wijzen erop dat een sociaal beleid uiteindelijk goed is voor de financiële cijfers van een onderneming. De belangstelling voor sociale impact zal bij beleggers alleen maar toenemen.”
Uiteindelijk is sociale impact niet los te koppelen van ‘groene’ impact. Klimaatverandering is op zich een groot risico voor ons milieu, maar juist ook voor mensen, stelt Janakiram. “Denk aan vluchtelingen, migratie en de negatieve impact voor de armeren in onze samenleving. Die impact is te voelen van de uitgestrekte gebieden van de Sahara tot aan arme wijken en regio’s in de VS. Klimaatverandering bestrijden is daarmee bij uitstek ook een sociaal doel.”
Meer artikelen lezen?
Infrastructuur kan potentieel bieden voor impactbelegger
DISCLAIMER
BNP PARIBAS ASSET MANAGEMENT France, Netherlands Branch (adres: Postbus 71770, 1008 DG Amsterdam) ("BNPP AM NED"), is een (vermogens)beheerder geautoriseerd door de Autoriteit Financiële Markten (“AFM”) om de activiteiten van de beheerder in Nederland uit te voeren, onder de naar Nederland gepaspoorte vergunning verstrekt door L’Autorité des marchés financiers (“AMF”) aan BNP PARIBAS ASSET MANAGEMENT France, geregistreerd bij de AFM. Voordat u investeert in enig financieel instrument dient u het prospectus alsmede het Essentiële-informatie document (Eid) met informatie over het product, de kosten en de risico’s te lezen. Het prospectus, de Eid alsmede overige informatie zijn verkrijgbaar op de website: www.bnpparibas-am.nl. De in deze advertentie opgenomen opinies zijn het oordeel van BNPP AM NED op een specifiek moment en kunnen worden gewijzigd zonder voorafgaand bericht. BNPP AM NED is niet verplicht de hierin opgenomen informatie en opinies te actualiseren of te wijzigen.
"De duurzame belegger voor een wereld in verandering" weerspiegelt de doelstelling van BNP Paribas Asset Management om duurzame ontwikkeling in haar activiteiten op te nemen, zonder dat alle fondsen van BNP Paribas Asset Management behoren tot artikel 8 of 9 van de Verordening (EU) 2019/2088 betreffende informatieverschaffing over duurzaamheid in de financiële sector ("SFDR"). Voor meer informatie kunt u terecht op www.bnpparibas-am.com/sustainability-bnpp-am/.
TOEVOEGING
Risico van beleggingen op het gebied van milieu, maatschappij en bestuur – (ESG): Het ontbreken van gemeenschappelijke of geharmoniseerde definities en etiketten waarin ESG- en duurzaamheidscriteria op EU-niveau worden geïntegreerd, kan leiden tot verschillende benaderingen door beheerders bij het vaststellen van ESG-doelstellingen. Dit betekent ook dat het moeilijk kan zijn om strategieën die ESG- en duurzaamheidscriteria integreren te vergelijken, voor zover de selectie en wegingen die worden toegepast voor de selectie van beleggingen gebaseerd kunnen zijn op maatstaven die dezelfde naam kunnen delen, maar verschillende onderliggende betekenissen hebben. Bij het evalueren van een effect op basis van de ESG- en duurzaamheidscriteria kan de (vermogens)beheerder ook gebruikmaken van gegevensbronnen die worden verstrekt door externe aanbieders van ESG-onderzoek. Gezien het evoluerende karakter van ESG kunnen deze gegevensbronnen voorlopig onvolledig, onnauwkeurig of niet beschikbaar zijn. Het toepassen van normen voor verantwoord ondernemen in het beleggingsproces kan leiden tot de uitsluiting van effecten van bepaalde uitgevende instellingen. Bijgevolg kunnen de resultaten (van de sub-fondsen) soms beter of slechter zijn dan de resultaten van vergelijkbare fondsen die dergelijke normen niet toepassen.